deze meening aan de hand van een tweetal voorbeelden uit den wereldoorlog a- de nederlaag van de Oostenrijksche troepen in den slag van Galicië (Augustus en begin September 1914), en b. de aanvankelijke successen der Russen in Oost-Pruisen in Augustus 1914. Beide successen werden behaald op een tijdstip, toen de Oosten rijkers noch de Duitschers er in waren geslaagd, het Russische vercijferingssysteem te ontsluieren. (Daar tegenover zou kun nen worden gesteld de groote invloed van de ontsluiering van het Russische geheimschrift op Duitsche actie in den slag van Tan- nenberg Deze twee voorbeelden vormen een uitzondering op den lateren gang van zaken, waarbij de Russen a.h.w. in het duister vochten, terwijl hunne opstellingen, bewegingen en voor nemens den Duitschers en Oostenrijkers volkomen bekend waren. Tenslotte komt de schrijver tot de navolgende conclusies: 1. Het is zeer nadeelig, wanneer door een leger te velde een te ruim gebruik wordt gemaakt van radiotelegrafie, 2. Tenzij zulks door gebrek aan andere verbindingsmiddelen (en aan tijd bepaald noodzakelijk is, moet draadlooze telegrafie in beginsel nimmer worden gebezigd voor mededeelingen van strategischen aard of voor berichten, welke den vijand van bijzonder nut kunnen zijn, 3. Het bij de vercijfering te bezigen geheimschrift moet zoo moeilijk mogelijk te ontsluieren zijn. We zouden daaraan nog een vierde punt willen toevoegen, luidende 5. De sleutel van het geheimschrift behoort tenminste éénmaal per 24 uur te worden veranderd; bij intensief cijferverkeer meermalen per dag. Het bovenstaande wil niet zeggen, dat de draadlooze telegrafie voor het overseinen van strategische directieven enz. geheel be hoort te worden uitgeschakeld, doch m.h.o. op wezenlijk nut geldt „the radio, when used for strategie purposes, must be limited to „the sending of brief messages and commands which are rather signals for initiating, changing or stopping movements previously decided upon"- En dan steeds vercijferd. Tactische bevelen, welke onmiddellijk na ontvangst van de opdracht daartoe moeten worden uitgevoerd, en welker uitvoering de vijand dus niet kan verhinderen, kunnen per radio worden verzonden. Vercijfering van zulke berichten zal niettemin noodig zijn. Stel bijv. dat per radio in klare taal aan een afd. artillerie het 742

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 46