4. HET BETEUGELEN VAN WOELINGEN EN
STRAATGEVECHTEN (II)
door
C. G. J. TEERINK,
Kapitein van den Generalen Staf
en
A. J. Th. BOESTER,
Kapitein der Infanterie.
(Vervolg; zie I.M.T. 1936 Nr. 7).
III. HET GEVECHTSTERREIN EN HET KARAKTER VAN
HET GEVECHT; DE VERZETSPARTIJ EN HAAR BEWAPE
NING.
Aangezien de bouwtrant van onze Indische steden aanmerkelijk
afwijkt van die in Europa en ook dit soort „terrein" een belangrijke
factor in den strijd vormt, willen wij hier een oogenblik bij stilstaan.
Een Indische stad bestaat in het algemeen uit een Chineesch
kamp, waardoor heen zich de Inlandsche handelswijk heeft ge
vormd met somtijds daarop aansluitende de Europeesche handels
wijk, voorts de Europeesche woonwijken, de stadskampongs en aan
de buitengrenzen het kampongterrein. Smalle straten met verdie
pingsgebouwen treft men alleen in de Europeesche- en Chineesche
handelswijken aan; deze gedeelten zijn wel met de Europeesche
steden te vergelijken. De overzichtelijkheid is echter menigmaal
minder, door de vele sloppen en stegen en weggescholen kleine
Inlandsche kampongs, waarvan men het bestaan zelfs niet ver
moedt. Nogmaals willen wij wijzen op het groote belang van een
grondige kennis van een zoodanig gebeurlijk actieterrein.
De Europeesche woonwijken zijn het best met villadorpen te
vergelijken.
De kampongs in en grenzende aan de steden onderscheiden
zich van die ten platte lande door het dichter opeen staan van
de huizen en het gemis aan open terrein buiten de grenzen, waar
door het omsingelen en afsluiten moeilijker wordt.
Uit het bovenstaande moge blijken, dat de wijze van het beteu
gelen van woelingen, zooals dit is vastgelegd in de Europeesche
voorschriften en vermeld wordt in de betrokken literatuur, maar
744