De derde groep (Bayonetsection) was bestemd voor het optre
den met het geweer als stootwapen, dus met opgeplante bajonet.
De vierde groep was de bestaande lichte mitrailleurgroep
(Lewis-Gunsection)Hiervan werd de Lewis-mitrailleur met 2
bedieningsmanschappen losgemaakt en de rest bestemd om, indien
onvermijdelijk, vuur af te geven (firing section). De Lewis-
mitrailleur werd onder persoonlijk commando van den comman
dant van dezen troep gesteld en daarom met de bediening ingedeeld
in de commandogroep, die verder bestond uit een hoornblazer en
twee man.
Er werd naar gestreefd, de sectie in haar geheel door middel
van een speciaal daartoe ingericht motorvoertuig te verplaatsen.
De politie was t.b.v. de Mob. Street Unit (47 man) in het bezit
van een soort autobus, waarmede de geheele afdeeling kon worden
vervoerd.
Aangezien voor de troepen niet steeds over een dergelijk ver
voermiddel voor iedere sectie kon worden beschikt, maakte men
overigens gebruik van combinaties van 2 vrachtauto's, waarvan
de voorste moest kunnen bevatten de eerste 3 groepen en de
commandogroep, waarbij de mitrailleur. Men richtte deze 3-tons
vrachtwagen in op de wijze als dit met de speciale „Mob. Street
Unit Vehicles" geschied was. Deze inrichting bestond uit gesloten
zijkanten, een tegen steenworpen bestand dak, twee uitgangen
beiden van binnen afsluitbaar en een soort platform bovenop,
bestemd voor den sectiecommandant en zijn helpers. Het plat
form was zoodanig ingericht en aangebracht dat het uitkijken
boven, zoowel als het zich dekken onder het dak mogelijk was.
Meegevoerd werden ladders, bijlen, breekijzers enz. voor het
overschrijden en opruimen van barricades. Behalve 6 gewone lam
pen waren 2 sterke schijnwerpers aangebracht, terwijl verder
beschikt werd over 2 luid klinkende signaalhoorns, een sirene en
een belsignaal. Verder werden medegenomen: rook- en traangas-
bommen en een traangasverspreider benevens gasmaskers. Voorts
was men voorzien van een wit doek met twee stokken, waarop met
duidelijke letters een waarschuwing was gesteld, dat het vuur
zou worden geopend.
Thans iets omtrent het gebruik van deze afdeeling.
Als principe geldt, dat in eerste instantie wordt begonnen met
het inzetten van de geringste middelen, terwijl, naarmate de toe
stand dit noodzakelijk maakt, achtereenvolgens krachtiger midde
len worden aangewend.
Het aanrijden in volle vaart van de gewapende auto, waarbij
alle signaalmiddelen gebruikt worden, was dikwijls reeds vol
doende een menigte uiteen te jagen. In dit geval rijdt de wagen
door en keert langs een anderen weg weer spoedig terug, teneinde
de menigte geheel te verspreiden. Heeft de nadering alleen niet
749