het gewenschte gevolg dan wordt op eenigen afstand van de volksmenigte gestopt; bij de speciaal ingerichte gesloten wagens is dit doorgaans op een afstand van ongeveer 20 meter, bij de min of meer geïmproviseerde vrachtauto's ongeveer 40 a 50 meter. De commandant kan nu eerst met rook- en traangasbommen laten werpen. Deze worden gecombineerd gebruikt om de zicht bare rookbommen voor gas te doen aanzien en zoodoende met weinig gasbommen veel te bereiken. Ook kan hij de sectie doen uitstijgen en opstellen en de gasbommen niet of eerst gelijktijdig met het voorwaartsgaan doen werpen, een en ander afhankelijk van de omstandigheden. De formatie, waarin de sectie zich opstelt, is als volgt Eerste „batonsection" verspreid tegenover de menigte zoo moge lijk met de vleugels aangeleund aan de huizen. Tweede „batonsection" op 10 meter daarachter en op gelijke wijze opgesteld. Derde „bayonetsection" verspreid op 20 meter achter de voor gaande groep. De „firing section" op 5 meter achter de derde groep, terwijl onmiddellijk hierachter de auto geplaatst wordt met den comman dant van de sectie en zijn groep, waarbij de lt. mitrailleur met bediening. Het „platoon" moet erin geoefend zijn deze formatie onmiddel lijk na het uitstijgen in te nemen. Het optreden geschiedt als volgt De eerste groep gaat voorwaarts in den gewonen pas, de overige groepen volgen op de genoemde afstanden. Slaagt de le groep er niet in, de massa te verspreiden, dan grijpt de 2e groep in. Is dit ook niet voldoende, dan buigen beide groepen, op een signaal van den sectiecommandant, links en rechts uit en nemen een opstelling in achter de „firing section", terwijl op een nieuw signaal van den commandant de aldus in front gekomen 3e (bajonet) groep aanvalt. Heeft ook dit geen resultaat, dan wordt de waarschuwingsvlag gezwaaid en door den hoornblazer geblazen, waarop op bevel van den sectiecommandant de 3e groep uitbuigt en de 4e groep het vuur opent. Mocht zelfs dit niet voldoende blijken, dan wordt het vuur uit de lt. mitr. geopend. Het uitbuigen en opstellen achter de vuurgroep geschiedt door de voorgaande groepen ook en zonder nader commando zoodra er uit de menigte geschoten wordt. Heeft het optreden met het blanke wapen succes of raakt de massa na enkele schoten van de vuurgroep in beweging, dan komen de „baton sections" weer voor en houden de beweging gaande. De rest van de sectie volgt dan weer in de oorspronkelijke opstelling, teneinde zoo noodig, opnieuw achtereenvolgens te worden ingezet. 750

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 54