5. HET TYPOLOGISCH ONDERZOEK BIJ DE
KOLONIALE RESERVE
door
L. A. VAN DEN BERGE,
Kapitein der Infanterie,
Commandant van de Koloniale Reserve.
Met de eenigen tijd geleden verschenen afzonderlijke uitgave
der I.K.V. nr. 82 is Dr. VAN LIENDEN aan het eind gekomen
van zijn studie over de typologie, v.z.v. deze betrekking heeft op
de militairen. In het kort moge een overzicht volgen van hetgeen
door hem hierover is gepubliceerd.
In uitgave nr. 76 van het I. M. T. zet hij de beteekenis van de
typologische begrippen uiteen, en komt daarna tot de psychologie
van den Officier, waaruit blijkt, dat de Officier tot het actieve
type behoort en hiervan voornamelijk het cholerische type ver
tegenwoordigt. In uitgave nr. 78 zet hij nader de kenmerken van
de verschillende typen uiteen, om via een beschouwing over veld-
heeren, officieren en cadetten te komen tot de Koloniale Reserve.
De theoretische conclusie luidt, dat het beste soldatenmateriaal
voor ons Leger gezocht zal moeten worden onder de sanguinici.
Deze conclusie berustte geheel en al op de waarneming te Nij
megen gedaan, waarbij de schrijver reeds de mogelijkheid aan
roerde, dat de in Nijmegen gevonden typen in Indië als type
zouden veranderen.
Teneinde eenig inzicht in de practijk te verkrijgen, werden
kaarten naar Indië gezonden, welke na invulling aldaar een ant
woord moesten geven op de vraag of de recruut een goed, matig
of slecht militair was. Dit onderzoek werd verwerkt in bijlage
nr. 79, waaruit bleek, dat Indië niet sanguinici als de beste sol
daten beoordeelde, doch de phlegmaten. Uit dit onderzoek trekt
schrijver de volgende conclusies
a. zendt geen amorphe of nerveuze soldaten naar Indië,
b. sentimenteelen blijven een risico,
c. gepassionneerden deugen niet voor minder militair,
d. de cholerici leveren veel goede, doch ook veel slechte mili
tairen op,
e. tegen uitzending van apathen is zeker geen bezwaar,
f. de sanguinici leveren min of meer verrassingen op en
g. de phlegmaten zijn verreweg de besten.
755