I r* Z-^2A^- 'W^ - zoodra een der partijen zich niet aan de gestelde voorwaarden houdt. In dit geval moest de oorlog in één of twee slagen uit zijn maar omdat door bijzondere omstandigheden de Russische legers niet dadelijk den slag konden aanvaarden en derhalve uitweken, eindigde NAPOLÉON's veldtocht in een ramp. Den 29 Mei verliet NAPOLÉON Dresden om zich naar zijn legers te begeven en den 12 Juni kwam hij in Königsbergen aan. Van de 4 marschrichtingen over Tilsit Riga St. Petersburg, Kowno Moskou, Grodno Moskou, en Minsk Moskou, bestemde hij de tweede, met het plan om den rechtervleugel van het Russische Wilnaleger te omvatten en dan alle legers naar het Zuiden af te dringen. Bij nadere over weging verkoos hij echter om het Russische front eenvoudig te doorbreken en daarna de beide helften op te rollen. Hij wilde daartoe met een macht van 222.000 man en 632 vm. het leger van Barclay aanvallen, met dubbele overmacht dus, terwijl Eugène met 80.000 man en 178 vm. rechts achterwaarts geëchelonneerd zou volgen, en Jéröme met 79.000 man en 192 vm. nog verder terug het Pruisische hulpkorps Macdonald, sterk 32500 man en 84 vm. zou naar Riga marcheeren en deze vesting nemen, terwijl ten slotte het Oostenrijksche korps onder Schwarzenberg, sterk 34.100 man en 60 vm. van Lublin uit naar het Oosten zou door dringen. NAPOLÉON begon den veldtocht dus met 450.000 man en 1150 vm., dus dubbel zoo sterk als de vijand. Welk operatieplan hij hierbij volgde, kwam er bij die overmacht eigenlijk niet erg op aan, als slechts het doel het met vereenigde legers den vijand tot den slag dwingen werd bereikt. En dit nu is NAPOLÉON volkomen mislukt. Waar de zwakke Russische legers met vrij groote zeker heid voor de overweldigende overmacht zouden willen uitwijken, was zijn taak vooral om met zijn legers zoo snel mogelijk te volgen en zorg te dragen dat zijn vereenigde troepenmacht den tegen stander tot staan bracht. Dat hij hierin niet is geslaagd, is de oorzaak van de ontzettende ramp welke zijn troepen heeft getrof fen. De Fransche aan- en afvoerdienst en de intendance faalden 701 „Napoléon war ein verlorener Mann, als er den verhangnisvollen „Feldzug nach Ruszland antrat. Obgleich er erst 43 Jahre zahlte, war „er physiseh schon ziemlich verbraucht. Seit 1806 war er immer beleib- „ter geworden, und er vermied, soweit es möglich war, gröszere „Anstrengungen Ebenso in psychiseher „Hinsicht war Napoléon nicht mehr der alte. Das Glück hatte ihn „verdorben, denn bisher war ihm fast alles gelungen. Mit der Zeit „verlernte er, zu erkennen, was im Bereich des Möglichen lag." Kircheisen, II, blz. 228.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 5