Van de 55 sanguinici werden er in Indië 13 of 24 niet actief.
Van de 24 cholerici werden er in Indië 5 of 21 niet actief.
Totaal van de 135 actieven werden dus 31 man of 23 niet-actief.
b. De vier niet-actieve groepen.
Van de 5 apathen werden er in Indië 4 of 80 actief.
Van de 15 sentimenteelen werden er in Indië 11 of 73 actief.
Van de 9 nerveuzen werden er in Indië 7 of 78 actief.
Van de 6 amorphen werden er in Indië 3 of 50 actief.
Totaal van de 35 niet-actieven werden er 25 of 71 actief.
II. De 232 man werden in Indië als volgt beoordeeeld op
goed, matig of slecht mibtair (de typen zijn zooals die in Indië
waren bevonden)
g-
m.
s.
totaal
g-
°/o s.
gepassioneerden
4
3
0
7
57
0
phlegmaten
75
13
0
88
87,5
0
sanguinici
47
17
5
69
68
7
cholerici
11
4
2
17
65
12
apathen
2
11
1
14
14
8
sentimenteelen
0
7
1
8
0
12,5
nerveuzen
7
14
1
22
32
5
amorphen
0
6
1
7
0
14
Het algemeen gemiddelde voor goede en slechte militairen was
dus resp. 63 en 5
Het valt direct op, dat onder de gepassioneerden en phlegmaten
(in Indië) geen enkele met slecht beoordeeld is geworden, terwijl
onder de sentimenteelen en de amorphen geen enkele met goed
werd beoordeeld.
De gepassioneerden blijven onder het gemiddelde voor de goeden.
De sanguinici komen boven het gemiddelde van de slechten.
De cholerici eveneens en zelfs vrij sterk, doch blijven met de
goeden ook er boven.
De apathen blijven ver beneden het gemiddelde van de goeden
en komen boven het gemiddelde van de slechten, hetgeen eveneens
het geval is met de sentimenteelen en amorphen.
De nerveuzen blijven wel is waar onder het gemiddelde van de
goeden, doch staan precies op het gemiddelde van de slechten.
Deze groep maakt een beter figuur, dan verwacht werd.
Zoo zijn er uit dit onderzoek nog zeer vele staatjes en tabellen
samen te stellen, doch voorloopig lijkt mij dit alleszins voldoende,
om straks vergelijkingen te kunnen trekken met de resultaten van
het nieuwe onderzoek.
761