782
S. wijst er op, dat bij luchtaanvallen alle meldingen van ongevallen moeten
binnenkomen op een centraal punt, dus niet bij een willekeurigen hulpdienst,
welke toevalligerwijs dicht bij de plaats van het ongeval is gevestigd. Alleen
op dit centrale punt toch kan beoordeeld worden, welke diensten zullen
moeten optreden en welke posten moeten worden ingelicht. Alleen in hooge
uitzonderingsgevallen mag door de hulpdiensten zelfstandig worden uitgerukt,
daar zij het geheel van ongevallen niet kunnen overzien, waardoor de moge
lijkheid zou ontstaan, dat zij uitrukken naar een onbelangrijk ongeval terwijl
hun aanwezigheid elders juist dringend noodig zou zijn. Teneinde de kans
te ontloopen, dat in de nabijheid wonenden rechtstreeksche hulp zouden gaan
vragen bij den betrokken hulpdienst acht S. het zelfs ongewenscht, dat er
officieel wordt bekend gemaakt waar de hulpdiensten (met uitzondering
van de noodverbandplaatsen) zich bevinden.
Hoewel uit den aard der zaak, vooral in groote steden, de telefoon het
beste verbindingsmiddel vormt moet er steeds rekening mede worden gehou
den, dat door- of tengevolge van een luchtaanval de telefooncentrales buiten,
werking worden gesteld zoodat een tweede verbindingsmiddel b.v. met
motorordonnansen tusschen de „meldingscentralen" (waar de berichten van
de bevolking binnenkomen en die dus op centraal gelegen gemakkelijk be
reikbare punten in de verschillende wijken moeten liggen) en het stafkwartier
van het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst beschikbaar moet zijn.
Voor deze ordonnansen moeten burgers worden bestemd, die daarvoor een
speciale opleiding moeten ontvangen.
Hetzelfde onderwerp wordt behandeld in de Februari aflevering van
Gasschutz und Luftschutz door Hauptmann der Schutzpolizei Runkowsky
onder den titel Meldetechnik des Selbstschutzes. Ook deze schrijver wijst
hierin op het groote belang de burgerij te oefenen in het overbrengen van
berichten, daar de ondervinding, opgedaan bij oefeningen, leert dat bij lucht
aanvallen het telefoonnet als regel overbelast zal zijn. In het bijzonder wijst
S. hierbij op het belang van goed te weten „wat" gemeld moet worden. Zoo
is het niet alleen noodig, dat melding wordt gemaakt van de met een lucht
aanval door den vijand verkregen resultaten doch tevens is het b.v. van
belang, dat kennis wordt gegeven van het maken van staatsgevaarlijke propa
ganda zooals het uitwerpen door de bombardeerende vliegtuigen van opruien
de geschriften of het verspreiden daarvan door agenten van de tegenpartij
onder de, door het bombardement geschokte, bevolking.
Gasschutz und Luftschutz Maart 1936, Brandgefahr door Hauptmann der
Schutzpolizei Dr. Hartmann.
S. bespreekt in dit artikel de waarschijnlijkheid van het gebruik van
brandbommen naast brisant- en gasbommen bij het uitvoeren van
luchtbombardementen op steden. Zender zich in vergelijkende beschou
wingen te begeven betreffende de uitwerking van brisant- en gasbommen
wijst S. op het groote voordeel, dat de uitwerking van brandbommen betrek
kelijk onafhankelijk is van haar gewicht, waardoor zij in grooten getale
door de vliegtuigen kunnen worden medegevoerd. Hierdoor is het mogelijk
een groot aantal branden tegelijkertijd te veroorzaken hetgeen belangrijke
resultaten tengevolge kan hebben.
Volgens S. behoeft verder een aanval met gasbommen op een groote stad
geen duurzame gevolgen met zich mede te brengen; gasbescherming en
gasdiscipline der bevolking kunnen de uitwerking van dergelijke aanvallen
sterk beperken. Branden in een groote stad, vooral indien het een belangrijke
industrie- of handelsstad is, beteekent echter altijd een groote ramp.
Met aanhalingen uit werken van Schwarte, Douhet, Immanuel, Siegert
e.a. schildert S. den lezer op misschien wat overdreven doch fascineerende
wijze het verloop van een luchtaanval in een toekomstoorlog voor oogen.
„Hunderte von Flugzeugen lassen ihre Ladung an Spreng-, Brand- und
Gasbomben zur Erde sausen. Die brandstiftenden Stoffe sollen die durch