786 nitie geeft„Het „Angriffsflugwesen" bestaat uit dat deel van het lucht- wapen, dat als zelfstandig geheel, los van de handelingen op den grond of ter zee, kan opereeren." De kern hierin wordt gevormd door de bombarde mentsvliegtuigen. Wat de trefkans van een luchtbombardement aangaat merkt S. op, dat men thans dank zij de ontwikkeling van de moderne richtkijkers en afwerp- inrichtingen, met een luchtbombardement hetzelfde trefferbeeld verkrijgt als met 15 cm geschut op middelbare afstanden. Interessant is ook de beschouwing, welke S. wijdt aan de mogelijkheid om in de toekomst in- of boven de wolken vliegend bommen af te werpen door gebruik te maken van radiopeiling. De bommenwerpers worden door S. verdeeld in lichte (meestal 1-motorigeL middelbare (met 2 motoren) en zware (meer dan 2 motoren), waarbij het verschil tusschen dag- en nacht bombardementsvliegtuigen geheel is wegge vallen. De voordeelen van 2-motorige bommenwerpers boven de 1 motorige bespre kend, noemt S. ter staving van zijn betoog het feit, dat in Engeland 2-motorige bommenwerpers al sinds jaren niet meer mogen deelnemen aan wedstrijden in het bommenwerpen waaraan ook 1-motorige toestellen deelnemen daar de laatste dan al a priori kansloos zouden zijn. Hoewel de jager door den inbouw van kanonnetjes den laatsten tijd weder aan waarde heeft gewonnen toont S. zich toch een overtuigd voorstander van de indirecte luchtverdediging met bommenwerpers. „Nach der Anschauung fast aller fremdlandischen Fachleute wird Kriegsziel der Luftwaffe immer mehr Bekampfung van Objekte auf der Erdoberflache sein, also kampf aus dem hujtraum heraus, und immer weniger Kampf im Luftraun selbst gegen feindliche Flugzeuge". Als voornaamste oorzaken voor de verminderde waarde van den jager t.o.v. het moderne bombardementsvliegtuig noemt S. het sterk toegenomen afwerend vermogen van de laatste en het geringe snelheids-verschil tusschen de moderne jagers en de nieuwste bombardementsmachines. Vroeger was de snelheid der jagers ongeveer 50 grooter dan die van de bombardements toestellen. Daar moderne bombardementsvliegtuigen een snelheid van 320 tot 400 km kunnen ontwikkelen zou om thans een snelheidsoverschot van 50 te verkrijgen de moderne jager een snelheid moeten kunnen ontwik kelen van 480 tot 600 km. Hierbij moet niet vergeten worden, dat met het toenemen van de snelheid van den jager zijn wendbaarheid afneemt aange zien het menschelijk organisme niet bestand is tegen de krachten, welke bij het met zeer groote snelheid maken van bochten e.d. optreden. Door deze mindere wendbaarheid neemt de aanvalskracht van den jager sterk af terwijl door de groote snelheid tevens de tijd waarin gericht vuur kan wor den afgegeven vermindert en het gevecht eerder zal moeten worden afge broken dan bij minder snelle toestellen. Na in het kort het streven om te komen tot een eenheidsvliegtuig te hebben besproken, waarbij in het bijzonder de twee Italiaansche ideeën (die van Douhet en Mecozzi) worden beschouwd, vestigt S. de aandacht op de ontwik keling van het troepentransportvliegtuig o.m. bestemd voor het afzetten van zg. invasietroepen achter den rug van den vijand ten einde daar belangrijke punten te bezetten of vernielingen uit te voeren. Dergelijke toestellen kunnen als regel ongeveer 22 30 man met volle uitrusting vervoeren, die met valschermen worden neergelaten of worden afgezet door achter de vijandelijke linies te landen. Tenslotte geeft S. eenige interessante staatjes waarvan wij hieronder twee uittreksels laten 'volgen waaruit duidelijk de technische vooruitgang sinds den wereldoorlog spreekt. Opmerkelijk zijn de in het 2e staatje, ver melde prestaties van de Glenn Martin bommenwerper t.o.v. die van de andere bombardementstoestellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 90