790 de 4 stukken anti-tankgeschut per bataljon eventueel kan vervangen door 2 stukken veldart." Uit een aanhaling van een andere S. blijkt, dat bij de toenemende verzwaring van het pantser van alle typen tanks (tot minimum 20 a 25 mm) het antitankgeschut zoodanig geconstrueerd moet zijn, dat het 400 a 500 kg weegt, dat wil zeggen, dat het aanmerkelijk zwaarder en zicht baarder is dan het (Fransche) bergkanon van 65 mm. Men komt dan tot antitankkanonnen, die in feite stukken art. zijn. Vervolgens wordt nog behandeld de wijze van bestrijding, door sper vuren of door het vuur op korten afstand met enkele stukken. De meeste in het overzicht aangehaalde schrijvers achten de laatste methode de juiste, doch de rubriekschrijver onthoudt Zich van een uitspraak terzake. Lieut.-col. De Mazenod geeft in de Revue mil.fr. van Mrt. '36 een beschou wing over de bestrijding van pantservoertuigen door artillerie (L'artillerie dans la hitte c ontre les en gins motorisés)welk wapen hij hiervoor superieur acht aan alle andere afweermiddelen, inbegrepen het antitankgeschut, dat door zijn opstelling voor direct gericht vuur onmiddellijk aan vernietiging bloot staat, zoodra het vuur wordt geopend. Het deel der art., dat aange wezen is voor de vechtwagenbestrijding, is de art. voor rechtstr. steun der inf. De overige art. zal de vijandelijke reserves en art. moeten bevuren. Het vuur op de vechtwagens zal gedecentraliseerd zijn, dus in handen van de bij. cdtn. Het afd. vuur acht S. te weinig soepel om de snelle beweging der tanks te kunnen volgen. Het komt ons voor, dat de S. de waarde van het batterijvuur met indirecte richting op vechtwagens overschatin tegen stelling met het vuur op andere bewegende doelen komt het hierbij aan op voltreffers. Waar bovendien alle bijn. medewerken aan dit vuur, komt de vuurleiding wel wat in het gedrang. S. eindigt met te wijzen op de ver anderde eischen, die men aan de bij .stellingen moet stellen om een recht- streekschen aanval van pantservoertuigen op de batterij te kunnen afslaan. Ballistiek. De Revue technique van de B.B.S.M. Aug. '35 bevat een studie van luit. Godfried over het luchtgewicht: Etude relative a la loi de référence de variation de voids du mètre cube d'air avec 1'altitude. Het betreft de variaties in het luchtgewicht op verschillende hoogten en op verschillende tijdstippen van het jaar als gevolg van de schommelingen in luchtdruk, vochtigheidstoe stand en temperatuur. Daarbij wordt gebruik gemaakt van metingen, verricht door het Koninklijk Meteorologisch Instituut van Uccle. S. komt na een gedetailleerd onderzoek op wiskundige basis tot de volgende conclusies. 1. Voor het vervaardigen van sehootstafels is het onvermijdelijk om me tingen (sondages) te verrichten voor luchtdruk en temperatuur tot een hoogte gelijk aan de culminatiehoogte, en een ballistische luchtdruk en temperatuur te bepalen, evenals men dat doet voor de wind voor den vochtigheidstoestand kan met een gemiddelde (75 worden volstaan. 2. Voor de voorbereidingen bij het practisch schieten dient men lucht drukcorrecties aan te brengen voor het seizoen (zomer, winter), althans voor groote kalibers, waarmede vaak zonder waarneming wordt geschoten voor de temperatuur is het noodzakelijk om metingen op verschillende hoogten (sondages) te verrichten. T. Intendance, Legerverpleging, enz. MavorsJan. 1936. Onder de vermeldenswaardigheden zijn opmerkingen geplaatst betreffende de Bepakking van den Infanterist. Men treft er eenige gegevens aan over de wijze, waarop dit vraagstuk in het Nederlandsche leger is opgelost. Daarnaast is ter vergelijking de Oostenrijksche methode geplaatst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 94