1. VELDHEEREN
door
G. Th. SLOTHOUBER,
Gep. Kolonel der Artillerie.
(Vervolg. Zie I.M.T. 1936, Nr. 8).
IV. NAPOLÉON BONAPARTE. (Vervolg).
T. Leipzig, 1813.
„Ces animaux ont appris"
quelque chose
Napoléon.
Hoewel NAPOLÉON bij zijn terugkeer in Paris nog niet geheel
op de hoogte was van den ganschen omvang van de in Rusland
geleden verliezen, wilde hij toch niet gelooven, dat zijn keizerlijke
macht ernstig aan het wankelen was gebracht. Wel was het leger
in Rusland grootendeels verloren 3maar hij beschikte nog over
een tweede leger in Spanje, al was dat nog gebonden, en in zijn
onmetelijke Rijk nog over tal van sterke garnizoenen. Derhalve
kon hij in korten tijd een nieuw leger vormen om daarmede de
Russen te verslaan. Aan de mogelijkheid van afvalligheid van een
of meer van zijn Europeesche bondgenooten en vazallen wilde hij
niet denken. En de kansen daarop waren dan ook niet groot, omdat
de keuze tusschen de overheersching door de Moscovieten of door
NAPOLÉON, voor de meesten in zijn voordeel uitviel. Had hij
niet de Zuid-Duitsche staten Baden, Wurtemberg en Beieren groot
en sterk gemaakt, terwijl hij zich niet met hun binnenlandsche
aangelegenheden bemoeide, mits zij hem slechts de gevraagde
legercontingenten leverden Was Oostenrijk niet door „politieke"
huwelijksbanden met zijn huis verbonden, en haatte dat land de
Russen niet tot in 't diepst van zijn wezenDaarom stelde hij al
zijn energie in het werk bij de vorming van een nieuw leger voor
de komende afrekening met Rusland.
T Tegen Metternich zeide NAPOLÉON in het hierna nog te noemen
onderhoud „Frankrijk kan zich niet beklagen. Om het land te sparen heb
„ik Duitschers en Polen opgeofferd. In Rusland heb ik 300.000 man verloren,
„maar slechts een tiende gedeelte van hen waren Franschen."
803