Blois laten afreizen J), maar hij zelf en de regeering waren geble ven, terwijl Talleyrand, de gehate, in feite de lakens uitdeelde. Marmont en Mortier waren na hun ernstig echec bij FèreCham- penoise met het overschot van hun troepen in Paris aangekomen en daar door den Minister van Oorlog Clarke met de verdediging belast. Den 29 Maart begon de aanval der Verbondenen in 3 groepen, en hoewel de verdedigers zich wanhopig weerden, werden zij toch door de overmacht teruggedrongen. JOSEPH, die inmid dels ook naar Blois gevlucht was, gaf nu machtiging om met de Verbondenen over een wapenstilstand te onderhandelen. Deze kwam 30 Maart tot stand en bepaalde onder meer, dat de Fransche troepen in de richting van Fontainebleau zouden aftrekken. Den 31 Maart hielden de Verbondenen hun plechtigen intocht in de Fransche hoofdstad; slechts keizer FRANZ en Blücher (die ziek was) ontbraken in den stoet. Waar was NAPOLÉON intusschen gebleven Den 28 Maart had hij zich met zijn kleine schare van Vitry in de richting van Paris begeven; en bijna zonder rusten hadden de uitgehongerde en doodelijk vermoeide troepen zijn marschbevelen uitgevoerd. Hem ging het echter nog niet hard genoeg, zoodat hij den 30 Maart met zijn gevolg vooruitging. In Fromenteau-Juvisy trof hij toen een deel der uit Paris afmarcheerende bezetting en vernam hij den gesloten wapenstilstand. Nog wilde hij zich niet schikken en trachtte hij de troepen van Marmont en Mortier te vereenigen. Maar de maarschalken hadden er nu genoeg van; en nadat Marmont voor de vertoogen van Talleyrand en Schwarzen- berg was gezwicht en zijn korps naar den vijand had doen over- loopen, begaven de maarschalken Ney, Lefèbvre, Oudinot, Mac- donald en Moncey zich naar NAPOLÉON om hem te overtui gen dat hij afstand moest doen van zijn troon ten behoeve van zijn Zoon; waarin hij toestemde. Doch ook deze beperking wilden de Verbondenen niet aanvaar den; en omdat verdere tegenstand onmogelijk was geworden moest NAPOLÉON onvoorwaardelijk afstand doen van zijn kroon. Nog den zelfden dag, den 6 April 1814, riep de Senaat den graaf van Provence als LOUIS XVIII tot koning van Frankrijk uit. V. De Vorst van Elba. (1814 1815). Volgens artikel 3 van het Verdrag van Fontainebleau werd aan keizer NAPOLÉON het eiland Elba als verblijfplaats en souverein 915 x) In geen geval wilde NAPOLÉON de kans loopen, dat MARIE LOUISE met haar Zoon in 's vijands handen zouden vallen, omdat hij meende, dat dan Oos tenrijks belangstelling in het wel en wee van het Huis Bonaparte met één slag zou zijn verdwenen, FRANZ zijn Dochter en Kleinzoon naar Wien zou bren gen, en het verder aan Rusland en Pruisen zou overlaten om met het Fransche Keizershuis grondig af te rekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 13