LÉON's aanval zuid van Brussel aannemen; Wellington zou bij een echec niet naar het noorden terugtrekken doch naar Luik en Maastricht; Blücher verplichtte zich om met zijn geheele leger Wellington ter hulp te snellen indien deze zou worden aange vallen. De concentratie van NAPOLÉON's troepen was weder een schitterend voorbeeld van energie en organisatie en de uitvoering welhaast feilloos. En dat ondanks het feit, dat NAPOLÉON thans Soult 1) als stafchef naast zich had in plaats van Berthier (zie I.M.T. 1935, No. 10, blz. 1030). Het gelukte NAPOLÉON om reeds 14 Juni zijn leger over de Belgische grens te brengen zonder dat Wellington of Blücher er bericht van kregen. Wel staat vast dat geen der beide Verbonden aanvoerders verwacht heeft dat NAPOLÉON hen zou aanvallen. Eerst toen 15 Juni de Franschen stuitten op de Pruisische voorposten bij Ham (aan de Sambre tusschen Namen en Charleroi) ging het scherm op. Op dat oogen- blik stonden de beide Verbonden legers nog in hun verspreide opstelling, zoodat NAPOLÉON N. van Charleroi feitelijk al tus schen de Veirbondenen in stond. Blücher wilde op het bericht van het eerste treffen reeds den 16 Juni bij Sombreffe den aanval tegen NAPOLÉON beginnen; was hiertoe echter niet in staat door de verspreiding van zijn troepen. Wellington dacht in 't geheel nog niet aan concentreeren 2), en het is alleen aan het initiatief van zijn onderaanvoerders 3) te danken, dat het voor de Engelschen hoogst belangrijke wegenknooppunt Quatre Bras tusschen Namen en Brussel eenigszins versterkt en bezet was toen de Franschen dit punt aanvielen. Berthiers verdiensten worden in Fransche bronnen nog al eens onderschat: „Soult était aussi supérieur a Berthier, qu'un homme de pensée „et d'action l'est a un bon commis". Nu gaat het er echter niet om, wiens intellect superieur is, doch wel welke arbeid vervuld moet worden. En aangezien NAPOLÉON's leiding een „bon" commis onmisbaar maakte, en Soult dat stellig niet was, dient men dus te besluiten dat het ontbreken van Berthier sterk ten nadeele van NAPOLÉON's operaties is gekomen. Tal van feiten hebben dat overduidelijk aangetoond. 2) Het feit dat hij vrijwel geen maatregelen voor de concentratie nam en zelfs het bal bij de Duchess of Richmond in Brussel belangrijker vond dan NAPOLÉON's aanwezigheid in Charleroi, is welhaast historisch gemeen goed geworden. Eerst toen hij in den nacht van 15/16 Juni te 1.00 de bedreiging van Quatre Bras vernam, besloot hij het dansfestijn te verlaten en oorlog te gaan voeren. 3) De namen van kolonel Prins KAREL, BERNHARD van SAXE-WEL- MAR, commandant van het regiment Oranje-Nassau, die bij gebrek aan bevelen besloot om bij Quatre Bras stand te houden en van De Perponcher, die als Div. C. het initiatief van zijn reg. C. goedkeurde, en bovendien „ongehoorzaam" was door zijne divisie niet bij Nivelles te verzamelen zooals bevolen was, doch bij Quatre Bras, zijn een ieder wel voldoend bekend. 921

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 19