LÉON besloot nu om den 17 Juni met Wellington af te rekenen, weshalve hij VI, de Garde en cavalerie naar Quatre Bras diri geerde. Aan Grouchy (met III, IV, 1 div. en 2 cav. korpsen) viel de taak te beurt om het verslagen(!) Pruisische leger te vervol gen, daartoe naar Gembloux te marcheeren, tevens het verband met het hoofdleger in stand houdende, en vooral ook nog vast te stellen wat Wellington en Blücher voor voornemens koester den. Een onduidelijke, op verkeerde aannamen gegronde, en ver warde order! Toen Wellington in den morgen van 17 Juni vernam, dat Blüchers troepen teruggeslagen waren en op Wavre terugtrokken, besloot hij terecht om ook bij Quatre Bras het gevecht af te breken en de reeds eerder verkende stelling op den Mont St. Jean (Waterloo) te bezetten. Zou Blücher hem daar steunen, dan zou hij in die stelling NAPOLÉON's aanval afwachten; konden de Pruisen niet helpen, dan zou hij zijn leger achter de Schelde bren gen. Blücher beloofde dadelijk om met het geheele Pruisische leger te steunen. In den avond van 17 Juni stond het Engelsch-Holland- sche leger op den Mont St. Jean, nadat de noodige achterhoede gevechten waren geleverd. Slecht weer op den middag en den avond van dezen dag noodzaakte tot beperking der actie. NAPOLÉON overnachtte in de hoeve La belle Alliance. Van Grouchy had hij 's avonds (17/6) bericht ontvangen, dat de Pruisen in drie richtingen terugtrokken1), en dat hij, als hij zou vernemen, dat de Pruisische hoofdgroep op Wavre terugtrok, hij daarheen zou volgen en de vëreeniging met Wellington belet ten. Van die zijde scheen dus geen gevaar te duchten. Den 18 Juni begon NAPOLÉON's aanval op Wellingtons stel ling op den Mont St. Jean eerst tegen het middaguur. En na tal van vergeefsche aanvallen was het nog niet gelukt om de stelling te doorbreken, toen te 16.30 Blüchers troepen op het gevechts- veld verschenen. Zonder de bekende details te vermelden dienen 2 punten nog nadere beschouwing 1. Evenmin als in 1812 bij Borodino heeft NAPOLÉON bij Waterloo zijn 23 bataljons sterke reserve tijdig weten in te zetten. Toen hij ten slotte 's avonds tegen 19.30 daartoe besloot was het te laat om de kans nog te doen keeren. 2. Het geval „Grouchy". a. Vooropgesteld zij dat Grouchy niet de man was om met 33000 man een leger onder Blücher van 90000 man vast te houden. x) Dat dit bericht niet geheel juist was blijkt wel uit het feit, dat Blücher in den avond van 17/6 met 90000 man bij Wavre stond. Doch de di verse marschrichtingen der 3 afzonderlijke Pruisische groepen (I en II NW. Ill N. en IV NO.) konden hier voorloopig verwarring geven. Gebrek aan activiteit is bij Grouchy stellig te bespeuren geweest. 924

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 22