3. DE SELECTIE VOOR HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH
INDISCHE LEGER BIJ DE KOLONIALE RESERVE
TE NIJMEGEN
door
N. H. A. J. SCHULTE,
Dir. Officier v. Gezondheid der 2de klasse.
Voor de nog gesloten poortdeuren drong een bende havelooze
lieden, luid tierend, vloekend, stompend en vechtend op, aange
vuurd door eenige, weinig beter gekleede schooiers, die telkens
een onwillige, een uit het menschenkluwen ontglippenden moede-
looze terug duwden of in den kring sleurden, terwijl zij „bescher
melingen" met een hartigen slok uit de brandewijnflesch
opmonterden om hun plaatsje vóóraan stevig vast te houden.
Zoo beschrijft J. C. Mollema, in zijn „Voor den stroom en op
de baren" ons de werving der Edele Compagnie op een zomerschen
morgen in Augustus van het jaar 1711.
Wel is er veel veranderd nu wij twee eeuwen later tellen
En gaan wij na hoe het destijds met den gezondheidstoestand
dezer uitverkorenen stond, ook dan zijn wij er wel iets beter
aan toe dan voorheen, want we lezen dat de zielverkoopers, die,
nadat ze weken achtereen in actie geweest waren, om hun man
netjes uit sloppen en holen van de misdaad te verzamelen, hun
premiën pas uitbetaald kregen nadat „deugdelijk bericht van
levend aangekomen" was ontvangen, waarbij gerekend werd op
een koers van vier dooden tegen één levende.
En toch zullen er nog velen zijn die zich de vroegere transporten
der koloniale troepenaanvullingen herinneren, waarbij bij de
laatste inspectie in de Waalkadekazerne nog menige kruik jenever
te voorschijn kwam, vóórdat de menschen hun tocht met de aan
één zijde afgesloten trein zouden aanvaarden.
Dit was een gemengd gezelschap van menschen, op wie de
Hollandsche samenleving veelal geen prijs meer stelde, dan wel
die gedreven door zucht naar avontuur naar een land gingen,
dat kansen bood, het land waar iemand, die werken wilde, vooruit
kon komen.
Veel is veranderd, zoo ook is de werkkring, welke den huidigen
recruten in ons leger wacht, een geheel andere dan in de bekende
tijden van actie.
942