vember aan NAPOLÉON een vredesvoorstel gedaan, waarbij hem Frankrijks natuurlijke grenzen (Pyreneeën, Alpen, Rijn) werden geboden. Objectief beschouwd was dit aanbod wederom vorstelijk en veel meer dan NAPOLÉON na 1813 toekwam. Waarom aanvaardde hij het dan niet Men kan zich dit wellicht verklaren uit de overweging, dat een Vorst bij de Gratie Gods desnoods zijn halve Rijk in den oorlog kan verliezen zonder dat Zijn volk Hem daarvoor ter verantwoording roeptechter is de toestand voor een veroveraar of hij dan zichzelven al dan niet tot vorst heeft uitgeroepen doet weinig ter zake gansch anders en bestaat er voor dezen slechts een keuze tusschen alles behouden c.q. uit breiden, of met eere te gronde gaan 1). Voor een veroveraar (zón der de Gratie Gods) zou verlies van een gedeelte van zijn gebied het bankroet van het systeem, van de eigen raison d'être, hebben beduid een hem opgedrongen vrede zou weder tot nieuwe oor logen hebben geleid, evenals trouwens ook de door hem opgelegde vredes deden „Das eben ist der Fluch der bösen Tat, „Dass sie fortzeugend immer Böses muss gebaren. 2) Dat de Verbondenen het vredesaanbod deden was natuurlijk een groote fout en behalve aan de krijgsmoeheid van allen ook te wijten aan hun zeer verschillende politieke oogmerken. Rusland, dat met recht trotsch kon zijn op het feit, NAPOLÉON de hard ste slagen te hebben toegebracht, had zijn politieke doel reeds lang bereiktdoch czaar ALEXANDER wilde nog wraak nemen voor den brand van Moscou en stuurde daarom doelbewust aan op NAPOLÉON's val. Oostenrijk voelde er daartegen weinig voor om NAPOLÉON's rijk al te zeer te verzwakken met het aller minst denkbeeldige gevaar, dat het kleine Pruisen zich zou kun nen ontwikkelen tot een Groot-Duitschland. En FRIEDRICH WILHELM was uit hoofde van zijn vredelievenden aard steeds bereid de vijandelijkheden te beëindigen. Zoo ontstond dus het vredesaanbod van 9 November 1813. Na tuurlijk waren de legeraanvoerders van geheel andere meening en wilden zij dadelijk Frankrijk binnenrukken welk meenings- verschil tusschen Vorsten en legeraanvoerders weder geheel lo gisch tot een compromis leidde men zou NAPOLÉON's antwoord op het vredesvoorstel afwachten en middelerwijl een operatieplan opstellen dat tegen 1 Januari 1814 in uitvoering zou kunnen komen. 907 x) Men zou wellicht het beste een parallel kunnen trekken met den Duce Mussolini, die ook vallen zal bij het eerste conflict dat hem zijn veroveringen zal kosten wien het volk nu reeds met den dreigenden titel van „uitbreider des Keizerrijks" heeft getooid. SchillerDie Piccolomini, V. 1.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 5