reusch opvoeren van de conscriptie de troepen verkrijgen en daar om zelfs 160000 man van de jaarklasse 1815 vervroegd inlijven. Voegt men hier nog bij, dat er ook gebrek was aan kleeding, bewapening, paarden en last but not least geld (de jongste oorlogen immers hadden niet als voorheen buit en oorlogsschatting opgeleverd), dan zal het niet verwonderen dat NAPOLÉON, on danks zijn inspanning, midden Januari slechts 115000 man kon opbrengen.1) De toestand was nu als volgt VerbondenenSchwarzenbergs hoofdleger (201900 man) op het Plateau de Langres Blüchers Silezische leger (82000 man) aan de Marne tusschen St. Dizier en Joinville korpsen Bülow en Wintzingerode (34500 man) in Holland. Franschen NAPOLÉON in Chalons, 35000 man (Marmont, Victor, Ney) bij Vitry aan de Marne, 10000 man (Macdonald) in aanmarsch uit Holland, 15000 man in aanmarsch uit Paris, 20000 man (Mortier) bij Vendeuvres (midden tus schen Bar-sur-Aube en Troyes), te zamen 80000 man, van welke echter hoogstens 45000 man direct bij de hand waren. En met deze kleine groep nu wilde NAPOLÉON het offensief nemen tegenover de meer dan 300000 Verbondenen. Tot goed begrip van de door hem betoonde weergalooze beweeg lijkheid op de binnenlijnen gedurende de maand Februari 1814 dient men echter steeds voor oogen te houden 1. dat het hoofdleger der Verbondenen niet of hoogstens traag wilde ageeren, omdat men NAPOLÉON niet wenschte te slaan 2. dat het Silezische leger onder Blücher ondanks alles toch op rukte naar Paris in de overtuiging, dat het hoofdleger dan wel zou worden meegesleepten zich daardoor aan gevaren moest blootstellen welke bij een objectief handelend Opper bevel niet noodig zouden zijn geweest. Ik wil dezen voor NAPOLÉON uitzonderlijk gunstigen toestand nog accentueeren door de volgende 2 citaten, welke geen com mentaar behoeven 909 l) Een prestatie overigens welke niet onderschat moet worden als men ook nog overweegt, dat de recrutenkorpsen einde 1813 werden bezocht door een zenuwkoorts, welke bijna 100000 man ten grave bracht Welke ziekte dat geweest kan zijn, is mij niet bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 7