978
Militar Wochenblatt Nr. 45. „Haben ioir beim Eintritt in das Gefecht noch
eine Einheitsgruppe S. bestrijdt de gronden, waarop de beweringen tegen
de organisatie van de eenheidsgroepen rusten. De bijzondere moeilijkheden
voor de aanvoering van de eenheidsgroep, doen zich in het algemeen eerst
op 800 m van den vijand gevoelen, d.i. wanneer de lt.mitr. het vuur opent.
De lt.mitr. heeft tot taak op aanwijzing van de cdtn. der voorste troepen te
vuren op plotseling zich voordoende doelen, die door zwaardere wapens nog
niet zijn bestreden. Moet dan de sie. of groepscdt. nog het vuur b.v. bij den
cie.cdt. aanvragen, dan heeft de lt.mitr. zijn eigenlijke bestemming verloren,
dan kan beter een mitr. gebruikt worden.
Idem. Nr. 46. Technischer Rzmdblick.Oberst a. D. Bliimner bespreekit
een door de wapenfabriek Scotti in Brescia ter markt gebrachte mitr. met
autom. loopverwisseling 3 loopen zijn op een draaischijf zoo bevestigd, dat
na iedere 30 a 50 schoten de loop verwisseld wordthet gewicht van een
zoodanige 6.5 cm mitr. bedraagt slechts 11.6 kg
Idem Nr. 47. „Auf dem Wege zum Bogenschusz bei der Infanterie". Mj.
Daniker beschrijft den nieuwen It. 45 mm granaatwerper. Het wapen weegt
15 kg, rust op een drievoet-affuit en kan granaten van 0.5 kg zoowel in
krom- als in vlakbaanvuur verschieten tot max. 500 m. Vuursnelheid 8 a 10
gerichte schoten per minuut. Werkingsstraal van een granaat 15 a 20 m.
Vervoer op muilezel, bij het stuk (met 2 draagdieren) 125 a 130 schoten.
Per inf.bat. zijn ingedeeld 3 sien. a 3 gran.werpers (sie.cdt. is een officier).
De sie. is vuureenheid, wordt bij de cie. ingedeeld. Vuuropdrachten vnl.
gedurende de laatste phase van den aanvalhet wapen wordt dan ook
„stormmortier" genoemd. In de verdediging voor tegenvoorbereidingsvuren
op korten afstand.
De terzake zeer bevoegde S. is van meening, dat door dit wapen het
„probleem der blauwe zone" een stap dichter bij zijn oplossing is gebracht.
Helaas wordt niet vermeld hoeveel personeel per sie. noodig is (zie ook
Revue d'Inf. Juni '36).
Revue d'artillerie Juni '36. Onder „Renseignements divers" wordt een
proeforganisatie van de inf. in de Ver. St. vermeld. Het doel van de reorgani
satie is vermeerdering van de bewegelijkheid en van de aanvalskracht der
inf. Het reg. bevat 3 lichte batn. van fuseliers, voorzien van draagbare wapenen
(half-autom. geweren en lt.mitr.) en 1 zwaar gemotoriseerd bat. van 3 mitr.
cien. a 8 stun., 1 cie.zw.mitr. a 12 stun, en 1 cie. a 6 mrtn. van 81 mm.
De Finsche inf.div. bestaat uit 3 regn.inf., 2 batn.wr. (bij 1 div. is 1 bat.wr.
vervangen door 1 cie.vew.) en 1 reg.art. (een div. heeft 2 regn.art.).
Een reg.inf.: 2 batn. (4 cien. waarvan 1 mitr .cie.), 1 cie.mitr. van het reg.,
1 pel.mrt. en 1 pel. vb.tpn.
La Revue d'Infanterie Juli '36. De Commandant Quenot behandelt „Thèmes
tactiques allemands" n.a.v. applic. studie in M.W. over het bataljon gedurende
den naderingsmarsch. S. vestigt de aandacht op de voorkeur, welke bij deze
studie aan den dag komt voor in tijd en ruimte op zichzelf staande hande
lingen, waarin de cdtn. der eenheden menigmaal bewijs hebben te leveren
van hun initiatief. Deze zoo geheel van de Fr. afwijkende methode acht S.
noodig te bestudeeren, ten einde de eigen „procédés" daartegenover aan te
passen.
De hier besproken opgave behandelt het optreden van een bat.inf., versterkt
met 1 sie.mrt. en 1 cie.pi., als voorhoede van een versterkt reg.inf., welke
de re.col. vormt van een divisie in opmarsch in Z.ri. Ontmoeting met
gemotor. vij.afdn. is te verwachten. Vóór het bat. is een cie.wr. (met opdracht
de overgangen van een op 9 km afstand gelegen rivier te bezetten) en een
groep (cdt. 12 man) cavalerie, ter rechtstr. beveiliging van de voorhoede.