987
met het voor den afweer van zware tanks benoodigde geschut. De div.-art.
heeft ook nog andere taken te vervullen en het hiervoor geëigende geschut
is niet geschikt voor tankafweer. Het blijkt dan dat S. voor de normale taak
van de div.art. 3 afdn. lichte veldhwn. met paardentractie wenscht. Motor-
tractie is ongeschikt, omdat dan de art. de inf. niet kan volgen. Van de
overige div.art. is het 10,5 cm kanon en het 8,8 cm ld.kanon wel geschikt
voor de 'bestrijding van zware tanks, doch zij mogen evenmin aan hun taak
onttrokken worden.
De vijandelijke tankaanval zal immers begeleid worden door inf. en waar
schijnlijk door vlgn., en verder beschermd door art.vuur. Bestrijding van de
vijandelijke inf., art. en vltn. is dus even noodzakelijk als bestrijding der
tanks. Weliswaar zal de gewone div.art. in bepaalde gevallen kunnen mede
werken aan het afslaan van den tankaanval, doch S. ziet als eenig juiste
oplossing de verdere ontwikkeling van het anti-tangkeschut in zwaarder
types.
In het nr. van 25-4-'36 wordt van repliek gediendNochmals Grosztanks
und ihre Abwéhr, waarbij vnl. gewezen wordt op de omstandigheid, dat
momenteel het bijzondere, zware antitankgeschut niet aanwezig is, zoodat
men wel gedwongen is, het 10 cm. geschut en het 8.8 cm ld.geschut hiervoor
te gebruiken.
Schieten.
Dat het schieten met ld.mitrn. nog lang niet volmaakt is, kan blijken uit
het artikel Anti aircraft machineguntracers van Major C. S. Harris in de
C.A.J. van Mrt./Apr. '36. S. wijst op de moeilijkheid die bij de oefeningen
wordt ondervonden om het vuur met lichtspoormunitie op het doel te
krijgen, vooral indien in pelotonsverband wordt geschoten. De beste waar
neming op de ligging van het vuur krijgt men bij een van rechts(links)
komend doel, indien men zich links (rechts) van het wapen opstelt (op een
afst. van 1/10 schootsafst.). Bij het vuur op een zijwaarts bewegend doel
krijgt men nl. den indruk, dat de baan een kromming heeft met de bolle
zijde gericht naar de bewegingsrichting van het vit. Deze „schijnbare" krom
ming ontstaat door de relatieve snelheid van kogel en vliegtuig. De waar
nemer dient zich nu op te stellen in de raaklijn aan deze schijnbare kogel
baan, in het trefpunt. De verklaring van dit merkwaardige verschijnsel is
hierin gelegen, dat voor den aldus opgestelden waarnemer de hoeksnelheid
van de voortbeweging van het proj. en die van de voortbeweging van het
vit. vrijwel gelijk zijn en gelijkgericht zijn. Voor den aan de andere (ver
keerde) zijde van het wapen opgestelden waarnemer zijn de hoeksnelheden
van proj. en vlg. juist tegengesteld gericht. Daardoor is in het eerste geval
een fout in het stereoscopische zien van weinig invloed in tegenstelling met
het 2e geval. Ofschoon het systeem van den aldus opgestelden waarnemer niet
in de practijk kan worden verwezenlijkt, ziet S. hierin toch een mogelijkheid
voor verbetering van de schietopleiding. Tenslotte worden nog behandeld de
afwijkingen in de kogelbanen van lichtspoormunitie en gewone munitie
(vluchthoogte en vluchttijd), welke de uitwerking van het vuur benadeelen.
De Revue technique van de B.B.S.M. Febr. '36 bevat o.a. de beschrijving
van grafische methoden voor de schietgegevens en voor het concentreeren
der richtlijnen van een batterij, door major M. Plisnier, en voorts een der
gelijke methode voor het concentreeren der richtlijnen van een afdeeling
door Luitenant A. Baudet (Convergence rapide d'un groupe sur un objectif).
In dezelfde rubriek van de B.B.S.M. Apr. '36 behandelt capitaine-comman-
dant Duren: ,,Tir sur but auxïliaire. TJne seule pière ou toute la batterie
Een berekening, gegrond op de waarschijnlijkheidsrekening, voert hem tot
volgende conclusie voor het inschieten op een hulpdoelAls geen tactische
overweging een beletsel vormt, blijkt, dat het beter is, met de geheele batterij
te schieten dan met één stuk.
T.