995
geplaatst heeft. De groote vooruitgang van de vliegtuigindustrie heeft het
mogelijk gemaakt, tegelijk met het opvoeren der offensieve eigenschappen
van het grootere vliegtuig, ook de werkingssfeer in de lucht zeer beduidend
te vergrooten. Daardoor wordt het vliegtuig voor de verdediging van meer
uitgestrekte gebieden meer en meer het aangewezen wapen. Het is een ver
heugend teeken, dat men door de aanschaffing van de modernste Amerikaan-
sche Glenn Martin bommenwerpers bij het Leger in Oost Indië, die ook voor
de verdediging buiten Java geschikt zijn, blijkbaar die richting uitgaat. De
plannen der Kegeering ten aanzien der defensie van Indië zullen spoedig
bekend gemaakt worden. Moge daaruit blijken, dat zij met hetgeen de jong
ste gebeurtenissen geleerd hebben, haar voordeel zal weten te doen. 1)
10. MILITAIRE TRADITIE EN UNIFORMKUNDE. 2)
In den laatsten tijd valt in ons land, ook in de burgermaatschappij, eene
toenemende belangstelling waar te nemen voor alles, wat het krijgswezen
betreft, eene belangstelling, die uiteraard ook uitgaat naar alles wat het
uiterlijk aanzien en optreden van de weermacht betreft. Het Legermuseum
te Doorwerth, met zooveel zorg door den Generaal-Majoor der Artillerie
b.d. F. A. Hoefer ingericht, wordt jaarlijks door duizenden personen bezocht
leger- en marinedagen en andere soortgelijke bijeenkomsten, militaire
tentoonstellingen, enz. trekken meer en meer de algemeene aandacht.
Het uiterlijk aanzien van de weermacht blijkt in hoofdzaak door de uniform
en door de militaire plechtigheden en gebruiken, in het bijzonder, wanneer
daarbij eene herinnering aan het verleden tot uiting komt. Het valt in hooge
mate te betreuren, dat in den loop der jaren in dit opzicht zooveel verloren
is gegaan, wat beter behouden ware gebleven en dat bij wijzigingen in voor
schriften en bij veranderingen in bestaande, dan wel invoering van nieuwe
uniformen, zoo veelvuldig gezondigd is, gedeeltelijk uit onverschilligheid,
vaak echter ook uit onwetendheid.
Toch zijn er in ons land velen die zich, op de studie van de militaire ge
schiedenis, de kennis der traditie en de uniformkunde toeleggen, doch dezen
verrichten hun arbeid, hunne nasporingen, in den regel op zich zelf vaak
weten zij niet, dat naast hen ook anderen in dien geest werkzaam zijn. Het
geen ten deze ontbreekt, is een band, die hen allen vereenigt een centraal
lichaam, dat eensdeels de vruchten van den individueel verrichten arbeid
bijeengaart, anderdeels de aldus verkregen kennis in den kring der belang
stellenden verspreidt, zooals dit b.v. in Frankrijk door het bekende genoot
schap „La Sabretache" geschiedt.
Enkele officieren en oud- officieren vatten kort geleden het denkbeeld op,
ook in ons land een dergelijk lichaam in het leven te roepen toen zij daartoe
een oproep richtten tot verschillende officieren en oud-officieren van zee- en
landmacht, en burgerpersonen, bleek de aanmelding van belangstellenden
boven verwachting groot, zoodat dan ook besloten werd tot oprichting van
een genootschap, dat den naam aannam van „Genootschap voor Militaire
Traditie en Uniformkunde". Als voorzitter werd gekozen de Luitenant-
Generaal der Artillerie b.d. Jhr. E. J. M. Wittert, Adjudant i.b.d. van H.M. de
Koningin.
Het Genootschap staat in nauw contact met het Krijgsgeschiedkundig
Archief van den Generalen Staf en zal het op prijs stellen, even eens in
Zie ook hetgeen Kap. J. G. W. Zegers hieromtrent zegt in het Weten
schappelijk jaarbericht 1935 van de Nederlandsche „Vereeniging ter beoefening
van de krijgswetenschap" op blz. 204 e.v. Red.
Gaarne verleenen wij plaats aan deze, uit Nederland toegezonden,
circulaire. Red.