1093
10. VAN HET WERELDTOONEEL.
De Spaansche burgeroorlog heeft den laatsten tijd een verscherping van
de verhouding tusschen de Europeesche staten tengevolge gehad, vnl. door
het optreden van Rusland. In de non-interventie-commissie stelde het Por
tugal in staat van beschuldiging wegens de door dit land verleende hulp
aan de Spaansche nationalisten. Inmiddels schijnt de Sovjet Rep. zelt e™-"
stig in gebreke te zijn gebleven, zich te onthouden van steun aan het
Spaansche volksfront. Zelfs schijnt het van Frankrijk geëischt te hebben,
het in deze steunmaatregelen bij te staan op grond van het Russisch-Fransch
verdrag, waardoor in Frankrijk de kwade kansen van dit verdrag meer en
meer blijken. Het optreden der Sovjets dreef Duitschland en Italië tot
nauwere vriendschapsbetrekkingen, hetgeen door Frankrijk en Engeland met
leede oogen wordt aangezien. Het optreden van Rusland dreigt daai door
het land in een geïsoleerde positie te brengen, hetgeen in strijd is met
zijn politiek van de laatste jaren, doch waarvoor de oorzaak vermoedelijk
gezocht moet worden in de ernstige binnenlandsche verwikkelingen, waar
over slechts weinig naar buiten uitlekt. Inmiddels kon het land door de
verscherpte situatie in het W. zich in het O. geen krachtige houding ver
oorloven en nam het tegenover Japan een zeer verzoenende houding aan,
o.a. door dit land tegemoet te komen bij de visschenjregeling m de Russische
territoriale wateren en bij de regeling van de laatste grensincidenten in
Mandsjoerije.
Japan is voor deze houding zeker dankbaar, want het heeft binnenslands
reeds met vele moeilijkheden te kampen, waarover de regeering fel wordt
aangevallen door de pers, terwijl het v.w.b. de buitenlandsche betrekkingen
alle aandacht aan China moet besteden.
De reeks anti-Japansche incidenten in dit laatste land werd, na hetgeen
daarover in het vorig overzicht werd medegedeeld nog uitgebreid en leidde
reeds tot een begin van militaire tegenmaatregelen van Japansche zijde,
namelijk concentratie van oorlogsschepen en landing van troepen in Pakhoi
en versterking van de strijdkrachten in Shanghai. Doch na een mondelinge
gedachtenwisseling tusschen de Ministeries van Oorlog, Marine en Buiten
landsche Zaken in Tokyo werden deze militaire maatregelen plotseling
ingetrokken en ging men over tot den weg van onderhandelen. De Japansche
eischen blijken daarbij echter volgens Japansche persberichten geenszins
gematigd te zijn. Men verlangt1. samenwerking tegen een commumstischen
inval, 2. autonomie voor de 5 Noordelijke provincies, 3. beteugeling van de
anti-Japansche actie, 4. verlaging van de tegen Japan gerichte hooge ^voor
rechten, 5. verbetering der verbindingen, o.a. door instelling van een lucht
lijn tusschen Japan en China, 6. aanstelling van Japansche adviseurs bij alle
Chineesche departementen. Er is nog geen overeenstemming bereikt en het
is ook niet waarschijnlijk, dat men op een dergelijke basis tot overeenstem
ming zal komen. Tsjang Kai Shek begint zich, vooral na zijn successen
in Zuid China steeds sterker te voelen en hij werkt hard aan een detensie-
systeem om zich tegen een Japanschen inval uit het Noorden teweer te
kunnen stellen. In Noord China treden de Japanners zeer eigenmachtig op
en dringen gestadig in Binnen Mongolië door in de richting van Soei-yoean
de toestand schijnt hier zeer gespannen te zijn.
Engeland voelt zich over de ontwikkeling der gebeurtenissen weinig
gerustterwijl het Singapore versterkt met een nieuwe escadrille vhegbooten,
heeft het den onderteekenaars van het op ultimo 1936 expireerend Ver
drag van Washington verzocht, overeen te komen de clausule betreffende
het verbod tot inrichting van versterkingen in den Pacific te vernieuwen
Japan noch Amerika schijnen echter voor dit voorstel te voelen.
T.