1094
11. UIT DE PERS.
In de Ind. Courant van 20 Oct. j.l. troffen wij het volgende
zeer lezenswaardige artikel aan
„Voor Indië's defensie een luchtmacht hoofdzaak."
Belangrijke brochure van den oud-vice-
admiraal mr. J. C. Jager.
Versterking Indische weermacht op het oogenblik dringend noodig.
Krachtige legervliegtuigenmacht het eerst noodige.
Den 25sten Augustus j.l. heeft de regeering een wetsontwerp bij de
Volksvertegenwoordiging ingediend, waarin zij de beschikking vraagt over
de gelden, die zij voor de versterking van de defensie van Ned.-Indië
noodig oordeelt, en waarbij zij haar plannen dienaangaande heeft uit
eengezet.
Zooals bekend, hebben alle Nederlandsche bladen in Ned.-Indië, zonder
uitzondering, zeer scherpe critiek geleverd op deze voorstellen. Ook de
burgerij in Indië wenscht haar stem te doen hooren en zal den Staten-
Generaal en den Volksraad een petitionnement aanbieden, waarin zij met
klem aandringt om maatregelen te nemen, ten einde de Indische weermacht
zoo spoedig mogelijk in redelijke verhouding te brengen tot den omvang
en de beteekenis van de zoo groote Nederlandsche en Ned.-Indische be
langen en met de internationale positie van het Koninkrijk der Nederlanden.
Nu het wetsontwerp binnenkort in de Tweede Kamer zal behandeld worden,
lijkt het ons van belang, dat men in Nederland ook kennis neme van de
dezer dagen bij de N. V. Hollandia-Drukkerij te Baarn verschenen brochure
„Voor Indië's weerkracht is hoofdzaak luchtmacht", geschreven door mr.
J. C. Jager, oud-vice-admiraal en gewezen chef van den Marinestaf.
Deze publicatie is volgens de Tel. niet een technische studie voor krijgs
kundigen alleen, doch een uiteenzetting, ook voor den leek begrijpelijk.
In zijn voorwoord zegt schr. o.a.: „De vitale belangen, die voor Neder
land en Indië op het spel staan, maken het dringen noodig, dat in ruimen
kring worde begrepen, waarom het gaat, hoe het kan en m.i. moet. Ons volk
moge er zich van doordringen, dat alleen een snel en principieel beslissen
over het lot van de Indische defensie, met aanvaarding van de lessen der
practijk, met gebruikmaking van de resultaten der technische ontwikkeling
en last not least met inachtneming van de financieele draagkracht, waar
over Nederland voor dit doel kan beschikken, een gevaar kan afwenden,
welks overhoopte verwezenlijking niet minder dan den ondergang van
ons vaderland als groot-koloniale mogendheid zou beteekenen."
Samenvatting.
Samengevat komen mr. Jager's beschouwingen in het eerste deel zijner
publicatie hierop neer
Bij een conflict in het Verre Oosten zal het gevaar voor een schending
van onze souvereiniteit, niettegenstaande de afkondiging van een strikte
onzijdigheid of het voornemen daartoe, voortvloeien uit de ongunstige positie,
waarin een der mogendheden, oeverstaat van den Grooten Oceaan, verkeert,
ten aanzien van een der grondstoffen, die voor de oorlogvoering onmis
baar is.
Schending van deze souvereiniteit dreigt allermeest voor onze belangrijkste
oliehavens op Borneo, voor de vlootbasis Soerabaia en voor Batavia, den
zetel der Indische regeering. Onze weermacht moet er daarom op berekend
zijn, een met belangrijke middelen ingezetten aanval op deze vier punten,
te water, uit de lucht en te land af te slaan en dien in elk geval zoolang af