1097 De voorbeelden zijn tot in details uitgewerkt, terwijl steeds voor elk vuur een, zij het zeer eenvoudige, tactische toestand is aangegeven. Alle vuren zijn instructief behandeldz.n. wordt verwezen naar de desbetreffende punten van de verschillende voorschriften. Hierbij is de uitwerking niet beperkt tot het eigenlijke schieten maar voor elk vuur is aanvangende met de schiet- opdracht alles behandeld wat achtereenvolgens de afd.cdt., de bij.cdt. en indien deze laatste zelf geen vuurleider is, de waarnemer, die het vuur moet leiden, te doen hebben. Het lijkt ons in alle opzichten een zeer practisch boekje, dat in Nederland ongetwijfeld van veel nut zal zijn voor de opleiding van vuurleiders. Samenstelling van een dergelijk boekje gebaseerd op onze voorschriften zou naar onze meening zeer zijn aan te bevelen in het bijzonder ten behoeve van de res. officieren. We willen hier nog op een enkel punt, dat bij de bestudeering van het boekje is opgevallen, de aandacht vestigen. Uit de voorbeelden blijkt, dat in Nederland steeds degene, die waarneemt, tevens vuurleider is. Dit zelfde beginsel is neergelegd in pt. 8 van ons V.SA.I., doch er bestaat hieromtrent nog wel eens verschil van meening, omdat er ook voorstanders zijn van het beginsel, dat de bij.cdt. altijd vuurleider is, ook al neemt hij het vuur niet waar, zoodat hij in het laatste geval moet reageeren op de waarnemingen van den waarnemer. In dit verband zij ook nog vermeld, dat er in enkele voorbeelden speciaal de aandacht op wordt gevestigd, dat het ongewenscht wordt geacht, dat een bij.cdt. ver verwijderd is van zijn batterij, omdat een bij.cdt. niet alleen vuren moet leiden, doch ook tot taak heeft den geheelen inwendigen dienst bij zijn onderdeel te leiden, zooals legering, verpleging, enz. Indien de te gebruiken waarnemingspost ver van de batterij ligt, zal dus in Nederland deze post in het algemeen worden betrokken door een waarnemer of afdeelingsofficier, die dan de vuren leidt. Bij verschillende onzer oefeningen meenen wij te hebben opgemerkt, dat nog niet altijd alle daarvoor beschikbare waarnemings- en peilposten in vol doende mate voor de vuurleiding worden benut. Lw.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 104