1010
„zijn toen hij onder gejammer van zijn familie tot soldaat werd bestemd
„en zijn haar werd afgeschoren en hij werd weggevoerd, dan zou de
„Staat nu zijn kinderen in het vondelingengesticht hebben doen opne-
„men zijn vrouw kon volgens de wet na 3 jaren een anderen man
„nemen. Als hij dus in zijn dorp in den Oeral of aan de Witte Zee
„terugkeert, dan vindt hij daar na 15 jaren, gedurende welke niemand
„iets van hem heeft gehoord, een nieuw geslacht en de graven van
„zijn ouders hij is dan zelf een rechtelooze vreemdeling, een bedelaar,
„die niet werken kan noch mag. Dat is de vrijheid van de ontslagen
„soldaten
„Rusland was tot nu toe de eenige Europeesche staat welke geen
„proletariaat kende. Ten gevolge van de hoogst eigenaardige inrichting
„van de gemeente, in welke communisme en socialisme sedert eeuwen
",in feite bestaan, in welke privaat eigendom en erfrecht niet gelden,
„konden wel arme gemeenten maar geene broodarme individuen voor
tkomen. Iedere Rus behoorde ergens thuis en daar had hij aandeel in
„de gemeenschappelijke productie van grond en bodem. 1)
„Bij den tot nu toe streng doorgevoerden 25-jarigen diensttijd bleef
„de soldaat in den regel onder de wapenen tot hij stierf. De weinige
„ontslagenen kwijnden onbemerkt weg. Nu echter de diensttijd tot 15,
„soms 12, jaren is verminderd, is die zaak heel anders geworden. In
„de eerste plaats heeft het leger bijna dubbel zooveel aanvulling noodig
"als vroeger en verder vormt zich uit het aanmerkelijke aantal ont
slagenen (50000 man per jaar) de kern van een proletariaat, waaraan
„de steeds toenemende en reeds boven elke verwachting uitgegroeide
„industrialisatie het hare bijdraagt.
„Arbeidsschuw en ongeschikt voor geregeld werk, dikwijls nog ver
slaafd aan den drank, zijn deze menschen toch nog op een leeftijd om
„zich een gezin te vormen.
„Hier bedelde nu deze man, die enkele maanden geleden voor zijn
„vaderland had gebloed, onder de schaduw van het Kreml, het hart
San dit Rijk, dat door zijn trouwe, geloovige, dappere en ontbering
„lijdende soldaten groot werd, bestaat en zal blijven bestaan. Waarlijk,
„dezen opofferenden martelaren moet het Paradijs beschoren wezen
„De „vrij" geworden soldaat in zijn langen grauwen mantel, met
„de ootmoedig afgenomen muts, ging het verre, heilige Rusland in, en
;iWij reden in een keizerlijke hofkoets naar een overvloedig dinee."
In hetzelfde jaar 1856 begeleidde von Moltke den Kroonprins
bij een bezoek aan Keizer Louis Napoléon III, die toen nog op
den top van zijn macht stond. En interessant is vooral het oordeel
van Keizerin Eugenie over den Kroonprins en von Moltke. „De
„prins is een groote, mooie man, bijna een hoofd grooter dan de
„Keizer, slank, blond en met een lichtblonde snor een Germaan,
„zooals Tacitus dien zou beschrijven, van ridderlijke vormelijkheid,
„echter niet zonder een trekje van Hamlet
„Zijn begeleider, een generaal Moltke (of zoo iets) is een wei-
„nig spraakzaam heer, maar allerminst een droomersteeds vol
i) Toch is deze binnenlandsche toestand weldra veranderd, toen de boeren
vrij werden van hun pachtheeren, en dus slechts communisme en socialisme
voor welke de slavernij der menschen een bestaansvoorwaarde is in de
gemeenten overbleven weshalve de positie der boeren eerst recht ondraag
lijk werd.