g. de invoering van betrouwbare verbindingsmiddelen, waardoor
de waarneming, de bevelvoering en de samenwerking beter
verzekerd konden worden.
Ook de indeeling van artillerie bij de groote eenheden had sedert
1870 een belangrijke wijziging ondergaan, waarbij de organiek
beschikbare hoeveelheden vuurmonden zeer waren vergroot. Zoo
beschikte de Duitsche divisie in 1914 over een Brigade veld-artil-
lerie van 9 batterijen veld vuurmonden en 3 batterijen lichte veld-
houwitsers de batterij telde 6 stukken. Bij het Legerkorps waren
ingedeeld 4 batterijen zware veldhouwitsers a 4 stukken per
batterij. De reserve-divisiën waren uitgerust met een regiment
lichte veldartillerie van 9 batterijen a 6 stukken, doch hier ont
braken de lichte veldhouwitsers, terwijl ook bij het Reserve-Leger
korps de zware houwitsers niet in de organisatie waren opgenomen.
Bij de Legers waren bovendien zware mortieren van 21,1 cm en
zware veldvuurmonden van 10,52 cm ingedeeld.
De Fransche divisie telde in 19149 batterijen van 4 vuurmon
den, terwijl het Legerkorps de beschikking had over 12 batterijen
a 4 stukken en meestentijds over 3 a 4 batterijen zware veld
houwitsers van 15,5 cm. De reserve-divisiën waren op dezelfde
wijze als de actieve divisiën geëncadreerd met artillerie, doch
ook bij het Reserve-Legerkorps ontbrak de artillerie-encadreering.
Bij de Legers waren zware mortieren van 22 cm en zware veld
vuurmonden van 10,5 cm ingedeeld.
In groote trekken stemden dus de Fransche en de Duitsche
organisatiën overeen, doch aan Fransche zijde ontbraken de lichte
veldhouwitsers, een vuurmondsoort, welke gedurende den oorlog
juist uitnemende diensten heeft bewezen.
Vergelijkt men de typen vuurmonden aan Fransche en aan
Duitsche zijde in 1914, dan waren per 100 kanonnen aanwezig
FRANKRIJK
90 lichte veldvuurmonden
(75 mm).
2V2 stuk berggeschut
(75 mm).
IVz stuk zwaar geschut (mor
tieren van 22, lange veld
vuurmonden van 10,5 en
zware houwitsers van
15,5 cm).
DUITSCHLAND
60 lichte veldvuurmonden
(7,7 cm).
15 lichte veldhouwitsers
(10,5 cm).
25 zware vuurmonden (mor
tieren van 21,1, lange veld
vuurmonden van 10,52 en
zware houwitsers van 14,97
cm).
Per lichte veldvuurmond had men in FRANKRIJK 1300 scho
ten en in DUITSCHLAND 1200 schoten opgelegd. De maximum
drachten bedroegen in 1914 (in kilometers)
1013