FRANKRIJK DUITSCHLAND lichte veldvuurmonden lichte veldhouwitsers zware veldvuurmonden zware veldhouwitsers mortieren 12,3 6,1 7,1 8,6 7, 13,1 9,7 8,5 7,8 De beschikbare richtmiddelen stonden echter niet toe van de maximum-drachten gebruik te maken. Zoo waren de richtmid delen van het Duitsche veldkanon slechts toereikend tot 5 km. In 1914 trad de Fransche infanterie te velde met het „Règlement sur les manoeuvres de l'infanterie" van hetzelfde jaar. In het tijdvak van 1870 tot 1914 hadden reeds vier voorgangers van dit voorschrift het leven gezien en gelaten, zulks voornamelijk ten gevolge van de ervaringen en conclusies, waartoe de Boeren- Oorlog van 1899 1902 en de Russisch-Japansche Oorlog van 1904 1905 aanleiding hadden gegeven. In dit reglement was de „stoot-tactiek" nu eindelijk voor goed verlaten, al was de strijd over de beteekenis van het infanterie-vuur nog geenszins beslecht De sectiën of uiterlijk de escouades (half-sectiën) gingen in hun geheel voorwaarts bij den aanval. De verspreide orde werd nor maal aangenomen met 1 pas en maximum met 5 pas tusschen- ruimtede discipline in de tirailleurlinie's diende streng te wor den gehandhaafd. Om het vuuroverwicht op den vijand te behalen werden de tirailleurlinie's verdicht, zoodra het geweervuur moest worden geopend. Het reglement ademde een uitgesproken offen sieven geest, waardoor te veel de nadruk werd gelegd op de attaque a outrance en de attaque brutale. Men zag over het hoofd, dat aan den volkomen gerechtvaardigden drang naar voren slechts kon worden voldaan, indien het vuuroverwicht eerst op den tegen stander was behaald. Wederom was de groote, beheerschende beteekenis van het vuur op het gevechtsveld in de achter den rug zijnde vredesperiode te veel teruggedrongen! De Duitsche infanterie-tactiek steunde op het „Exerzier-Regle- ment für die Infanterie" van 1906. In dit voorschrift werd in het bijzonder de aandacht gevestigd op de opleiding van den tirail leur, het gebruik van het pioniergereedschap en het gebruik maken van bedekte terreinen. Bij den aanval werden aan Duitsche zijde eveneens dichte tirailleurlinie's gevormd, althans indien het terrein zich daarvoor leende in open terreinen werden ijle tirailleurlinie's toegepast. Het gesloten houden van afdeelingen onder 's vijands vuur werd onmogelijk geacht, zoodat onder deze omstandigheden onverwijld tot oplossing in groepen of tot verspreiding moest wor den overgegaan. De stormaanval mocht worden ingezet door de commandanten van de voorste afdeelingen, zoodra zij de overtuiging hadden, dat de verdediger „stormrijp" was. Het vuur vond in dit voorschrift een openlijke erkenning als hoofdstrijdmiddel. 1014

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 19