deze ervaringen was het niet te verwonderen, dat de infanterie riep om artillerie, welke bij haar werd ingedeeld, waarover de infanterie-commandant dus volle zeggingskracht had, omdat men verwachtte, dat deze ingedeelde artillerie in staat zou zijn a la minute den gewenschten steun te verleenen. Zoo ontstonden de „Begleitbatterien" en de „artillerie d'accompagnement immédiat". Hoe begrijpelijk ook van de zijde der infanterie, uit artilleristisch- tactisch oogpunt deed deze decentralisatie afbreuk aan het begin sel van „inzet in massa". De divisie-commandant immers kon door het afgeven van deze batterijen op het kritieke oogenblik niet meer beschikken over de in zijn handen rustende „zweep", waar mede hij den tegenstander kon striemen hij gaf een van de beide middelen, waarover hij beschikte om het zwaartepunt te vormen, gedeeltelijk uit handen. Bovendien werd deze ingedeelde artillerie gedwongen tot een niet-efficient gebruik; zij moest zich mét de infanterie verplaatsen, was dus veel in beweging en kon dus maar weinig vuren. Deze methode voldeed niet. „Ondanks de doods verachting waarvan kannoniers en stukrijders tal van malen „malen blijk gaven, heeft de begeleidingsartillerie slechts zéér „zelden aan de verwachtingen beantwoord. In de groote meerder- „heid der gevallen was zij reeds buiten gevecht gesteld vóór zij „zelf daadwerkelijk in het gevecht had kunnen ingrijpenwel „verre van het moreel der eigen infanterie te verheffen, was het „optreden der begeleidingsartillerie maar al te dikwijls oorzaak dat „de eigen infanterie diep onder den indruk kwam van de ver nietigende kracht van het vijandelijk vuur, dat de batterijen in „enkele oogenblikken tot een jammerlijken chaos inéénschoot. In „het werkzame vuurbereik van artillerie, mitrailleurs en geweren „bleek de beweging van zulke groote, zichtbare en kwetsbare „doelen als bespannen veldgeschut onmogelijk." Toch moest de infanterie de beschikking krijgen over een vuur- orgaan, waarmede zij zich tegen de niet door de artillerie vernietig de of geneutraliseerde doelen te weer kon stellen een vuurorgaan in eigen beheer, optredend in nauwe samenwerking en oogenblik- kelijk in staat te vurende vechtwagen deed zijn intrede op het slagveld en het vraagstuk van liet infanterie-geschut vond zijn oorsprong. De hiervoren opgesomde moeilijkheden, waarmede de samen werking te kampen had alsmede het steeds in afstootend vermogen toenemende gevechtsfront, ten gevolge van de voortdurende uit breiding aan mitrailleurs en artillerie, alsmede de verzwaring van den versterkingkundigen arbeid, deden de aanvoerders in den Europeeschen Oorlog naar een anderen uitweg zoeken om de samenwerking tusschen de beide wapens te regelen. Deze uitweg meende men in 1916 gevonden te hebben in de vuurwals (Feuer- walz, barrage roulant) 1026

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 31