Daarnaast zal een zeer dankbare taak zijn weggelegd voor de minder technisch geschoolde Roode Kruis-helpsters in de con centratiehospitalen, waar zich die lijders bevinden, die reeds op tveg naar genezing zijn en waar het schenken van liefderijke zorgen, meer nog dan specifiek-technische verpleegsterscapaciteiten van noode zijn om deze slachtoffers van hun picht, den weg tot gezond heid te effenen. Door den Militair Geneeskundigen Dienst wordt op grond van statistische gegevens omtrent de te verwachten verhezen aange nomen, dat een hospitaliseeringscapaciteit der evacuatiehospitalen van rond 1500 hedden voorshands in de in oorlogstijd te verwach ten behoefte aan verplegingsmogelijkheid zal kunnen voorzien. De noodzakelijke hospitaliseeringscapaciteit der concentratie hospitalen werd op 1000 hedden vastgesteld. Naar analogie van de encadreering van M.G.D.personeel bij de veldhospitaalafdeeling en de daarvoor uitgetrokken Roode Kruis- formaties, wordt voor de evacuatiehospitalen per 100 bedden gerekend op 2 artsen, 24 gediplomeerde Roode Kruis-helpsters en 24 ongediplomeerde hulpkrachten (bedieningspersoneel). Voor de concentratiehospitalen, waar in verband met den aard der patiënten minder specifieke verplegingsarbeid gevraagd wordt, is per 100 bedden gerekend op 1 arts, 12 gediplomeerde Roode Kruis-helpsters benevens de noodige ongediplomeerde hulpkrach ten (bedieningspersoneel) Op grond van deze berekeningen zouden in oorlogstijd noodig zijn voor de evacuatiehospitalen30 artsen en 360 helpsters en voor de concentratiehospitalen 10 artsen en 120 helpsters, te zamen 40 artsen en 480 helpsters. Daar de Militair Geneeskundige Dienst de voor de uitoefening van den geneeskundigen dienst in de evacuatie- en concentratie hospitalen benoodigde 40 artsen zelf kan leveren en bovendien daarvoor 100 tot de vredesformatie van den M.G.D. behoorende verpleegsters ter beschikking stelt, kunnen deze in mindering worden gebracht en zal door het Roode Kruis voor de evacuatie- en concentratiehospitalen dus 380 gediplomeerde Roode Kruis- helpsters moeten worden geleverd. D. Hoeveelheid op te leiden Roode Kruis-personeél. Daar men in het algemeen goed doet te rekenen op een verlies van der opgeleiden bij oproep in geval van mobilisatie, hetgeen zoowel voor de helpers als helpsters geldt, zal bij de opleiding op een zekerheidsmarge naar boven van 50 dienen te worden gerekend. Opdat dus in oorlogstijd de redelijke waarschijnlijkheid zal bestaan dat alsdan door den Militair Geneeskundigen Dienst over 1043

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 48