1051 gevolgd door inzinkingen, zoodra de noodzaak van het „paraat zijn" niet meer zoo direct en klemmend werd aangevoeld. Met deze vroegere ervaringen voor oogen heeft het Centraal Comité nu echter van den aanvang af systematisch alles in het werk gesteld voor het scheppen van de zoo noodige hechte waar borgen voor de instandhouding van het bereikte en het verze keren van de grootst mogelijke continuiteit van personen of ambtelijke functionarissen in de bestuursfuncties van de gestichte Onderafdeelingen en evenzeer in de centrale leiding. Een voor beeld van dit streven is de inschakeling van het Binnenlandsch Bestuur en speciaal van de Regenten bij de algemeene Roode Kruis propaganda, ook voor het vredeswerk. Daar een goed gefundeerde parate Roode Kruis-organisatie on getwijfeld een Landsbelang mag heeten, behoort het tot de moreele plichten van eiken Nederlander of Nederlandschen onderdaan in deze Gewesten er naar vermogen toe mede te werken, dat de arbeid van het Indische Roode Kruis ditmaal niet zal zijn gelijk een kortdurend hoogoplaaiend stroovuur, dat even snel weer tot uitdooven gedoemd is, doch veeleer een helder brandende fakkel zal blijken, blijvend gevoed door veler warme, onverflauwde belangstelling en toewijding. ORGAAN N. I. O. V. De eerste bladzijden van het September-nummer zijn gewijd aan de groote gebeurtenis van die maand de verloving van H. K. H. Prinses Juliana met Z. H. Prins Bernhard. Behalve een foto en de woorden, welke Hare Majesteit de Koningin en de Vorstelijke Verloofden radiografisch tot ons richtten, bevatten deze bladzijden de gelukwenschen van de N. I. O. V. W. J. Lucardie behandelt „Het bevolkingsvraagstuk van Japan" en wijst er op, dat, hoewel langzamerhand meer en meer drang wordt uitgeoefend om meer werkgelegenheid en meer voedsel te verschaffen door verbetering van den landbouw, de regeering haar streven naar emigratie nog niet heeft los gelaten. In „De Japansche Monroe-leer van het Verre Oosten" bespreekt v. R. de Japansche pogingen om zich de alleenheerschappij in den Pacific te verzekeren De Generaal-majoor b.d. J. Dormaar geeft in „Wat bindt den Zwitser aan zijn weermacht", op duidelijke wijze weer, hoe in Zwitserland Volk- en Weer macht één zijn. De Kapitein A. J. Tieleman bespreekt de artikelen 97117 W. v. M. S.: Misdrijven tegen de ondergeschiktheid. Op 1 September is te Amboina een ridderfeest georganiseerd, dat in alle opzichten is geslaagd. Overste Sierevelt heeft hiertoe het initiatief genomen, een initiatief dat zeer zeker navolging verdient. De redactie deelt e.e.a. mede over de oprichting van het Algemeen Weer machtcomité en vermeldt de door tusschenkomst van AnipAneta van bedoeld Comité ontvangen publicaties. De overdracht van het bestuur over Ned. Indië wordt door v. D. behandeld. Na opname van de door H. M. de Koningin uitgesproken troonrede, besluit het nummer met de rubrieken „Mededeelingen hoofdbestuur", „I.M.T. 1936 Nr. 9", „Veranderingen" en „Uit Pers en Periodiek". d. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 56