a. het berijdbare gedeelte van wegen (geen kampongpa
den) door werken te versmallen
b. waterwegen door werken af te sluiten
c. kustwerken te vernielen, of
d. verandering te brengen in de irrigatie werken of sawahs
te doen droogloopen.
3. Werkzaamheden.
a. Geheimhouding van de ligging en het beloop der hoofd-
weerstandslijn is van groot belang. Daarom alle werken
zooveel mogelijk in bedekte terreinen houden.
b. Urgentie (tevens volgorde)
le. in voorste lijn:
Gevechtsopstellingen voor alle groepen.
Schootsveld verbetering.
Doorloopende fronthindernis.
Commando- en waarnemingsposten.
Schuilnissen en schuilplaatsen.
Gemeenschaps (verbindings) loopgraven (kruipgangen)
indien noodig.
2e. door de reserve
Terreinverbetering voor tegenstooten.
Hp. V.P.
Medewerken aan de werkzaamheden door sie.Pi. te
verrichten (zie punt 9).
3e. Voor de Mitrn.
per mitr. een gv.dekking met nissen (munitie, water
enz.) en 1 res. gv. opstelling
per sie. een cop. en een uitk.post.
per mitr. 1 schuilnis
c. Indien meer tijd beschikbaar
gemeenschappen en fronthindernis verzwaren
hindernissen binnen de stelling
reserve en schijnopstellingen.
4. Bijzondere aanwijzingen.
a. Gevechtsopstellingen, dadelijk op zetten als loopgraaf
element voor 1 groep.
In beginsel voor kn.schutters, later uit te bouwen tot
staande schutters.
Relief bij voorkeur, niet hooger dan 0.40 m.
Dikte frontborstwering (en rugweer blootgesteld aan
eigen vuur)- aanvankelijk 1 m.
Overigens rugweren 0.50 bovendikte.
Geen taluds bekleeden.
Gemeenschappen door kruipgangen (indien noodig).
1065