b. Ajwachtingsdekkingen. In of nabij elke gevechtsopstelling onder de borst wering per groep minstens 1 scherf vrije schuilnis voor 3 a 4 man en de noodige munitienissen. Schuilplaatsen (scherfvrij uit te voeren) in de strook der vóórcien. niet grooter dan voor 1 brigade, in beginsel 25 a 30 m achter de gevechtsopstelling met gemeen schapsloopgraven (indien noodig) daarmede verbonden. Alle nissen en schuilplaatsen gasdicht afsluiten. c. Hindernissen. Hekversperringen aanvankelijk dubbele rij met struikeldraden. Doorloopende fronthindernis. Openingen voor pat.gang enz. moeten kunnen worden afgesloten met versperringen van zelfde capaciteit. Belangrijke onderdeelen (steunpunten) rondgaande versperring. Alle werken zoodanig opzetten, dat bij meer beschik baren tijd tot zwaarder type kan worden uitgebouwd. 5. Opruimingen. Voorloopig mag zonder mijn toestemming alleen onderhout worden opgeruimd. Alle omwandingen der kampongwoningen in verband met brandgevaar verwijderen. 6. Maskeering. Alle werken dienen zoo goed mogelijk gemaskeerd te wor den, zoo noodig vóór aanvang der werkzaamheden. Alle aanwijzingen van den pioniercdt. (zie punt 9) moeten nauwkeurig worden opgevolgd. 7. Burgerwerkkrachten. P. M. 8. Arbeidstijd. Gerekend kan worden dat 2 dagen voor het inrichten der stelling beschikbaar zullen zijn. Dagelijks wordt 10 uren gewerktn.l. 6.00 9.00, 9.30 12.00, 12.30 15.30 en 16.00 18.00. Middagmaal op het terrein te nuttigen tijdens groote rust. Tijdens de kleine rusten thee verstrekken. Indien door handelingen van den vijand dan wel ongunstige weergesteldheid minder dan 9 uren per dag is gewerkt, zal het verlies door avond- of nachtarbeid ingehaald worden. 1066

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 73