„tionalen Vorurteilen und der störenden Einwirkung auswar- „tiger Einflüsse ein entscheidender Erfolg von der Sendung „preuszischer Offiziere nicht zu erwarten sei". Zijn oordeel is juist gebleken. Einde Augustus 1837 kwamen de raadgevers aankapiteins Freiherr von Vincke, Mühlbach en Fischer, die te zamen met von Moltke het Turksche commando zouden raden. Natuurlijk waren de eerste 2 jaren van von Moltke's verblijf in Turkije allerminst in ledigheid doorgebracht. Naast tallooze ver kenningsreizen vond hij nog gelegenheid om verscheidene kaarten op te nemen (o.a. de Bosporus en Konstantinopel 125000) Inmiddels had Sultan Mahmoed de eerste maatregelen genomen voor den strijd tegen Mehemed Ali, dien hij in Syrië wilde aan vallen. Daartoe had hij één korps bij Konia2) opgesteld om 'svijands deboucheeren uit de Tauruspassen te beletten, terwijl het hoofdleger onder Hafisch Pacha bij Karpoet in Koerdistan stond, van waaruit hij Syrië wilde binnenvallen. Mühlbach en von Moltke werden bij het hoofdleger ingedeeld, Fischer bij Konia, terwijl von Vincke bij het hoofdkwartier in Stamboel bleef. Den 17 Maart 1838 bereikte von Moltke Karpoet en kon de arbeid beginnenverkenning van het operatiegebied, onderwer ping van de nog opstandige Koerden, aanvulling van het leger en verzameling van voorraden. Na de verkenning van het operatie gebied, waarvoor von Moltke 16 dagen gebruikte, werd de veld tocht tegen de Koerden ingezet, welke wel eenige kleine succes sen doch geen blijvende onderwerping bracht. Sultan Mahmoed wilde echter ernst met den aanval op Syrië gemaakt zien, versterkte daartoe de legers bij Konia en Karpoet en stelde bij Angora een reserveleger op de kwaliteit van het geheel was evenwel bedroevend slecht, terwijl een eenhoofdig bevel ontbrak. Ter bevordering van de samenwerking was alleen onderling overleg de mogelijke oplossing, welke door de enorme afstanden bezwaarlijk werd. Zoo zond Hafisch hiertoe von Moltke naar Konia, een zeer zware rit van 7 dagen, welke hij, na enkele dagen van besprekingen en verkenningen, weder terug moest makenaldus volbracht hij in 26 dagen een rit van 1430 km door den zwaren Taurus heen. De toestand van het Taurusleger was echter nog van dien aard, dat Sultan Mahmoed met zijn oorlogsverklaring aan Ali nog maar wat wachtte. Hier kwam nog bij, dat Mahmoed ook niet op de daadwerkelijke hulp van Engeland kon rekenen, waarop hij vast gehoopt had. Den 16 Augustus 1838 had hij nl. een handelsver drag met dat land gesloten, dat geldig zou wezen voor het geheele Osmaansche rijk, dus ook voor Egypte; voor dit laatste land waren b Zie Bos-atlas, de kaart van Zuid-Azië. 1002

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 7