1079 9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Staat de soldaat in het gevecht alleen, of worden groepjes gevormd Twee tegenstrijdige mesningen van de D. schrijvers H. Froelich en Front- krilikus worden behandeld in de Revue militaire Suisse van Mei 1936. H.F. wijst er op, dat toen vroeger geheele batn. gesloten ten aanval gingen, de individueele moed veel minder tot uiting kwam, dan tegenwoordig in het moderne gevecht, waar de eenvoudige soldaat veelal aan zich zelf is overgelaten. In de cie., in de sie., in de gv.gp. gaan de manschappen uit elkaar, nemen afstanden en tusschenruimten, met als resultaat, dat de invloed van den chef steeds zwakker wordt, zoodat men tenslotte kan zeggen, dat elke man zijn eigen chef is. Na de vakkennis opgesomd te hebben, welke de soldaat zonder verdere hulp moet uitvoeren, gaat S. voort de moreele eischen op te noemen. Hij moetmoed hebbenzich niets van de verliezen aantrekken, welke hij zietweerstand bieden aan alle zenuwschokken den wil hebben om te slagen het voorwaarts gaan moet voor hem een passie zijn. Hij moet dus een volmaakt mensch, een 100 soldaat zijn. S. komt tot de conclusie, dat om aan dergelijke eischen te voldoen, een jaar opleiding niet voldoende is. Frontkritikus neemt tegen vorenstaande opvatting stelling. „Le soldat isolé" is in den oorlog zeldzaam, zeer zeldzaam zelfs in vredestijd bij de oefeningen houdt men zich vaak met hem bezig, maar de oorlog geeft een ander beeld. Zoowel bij de zware wapens, de mitrn. als de gewone inf. is de eenling zeldzaam men vormt kleine gv.gpn. van minstens 3 a 4 man. Bij de inf. is het zelfs geen uitzondering dat men een sterkere verzameling aantreftin elke „verzameling" ontstaat automatisch een cdt., ook wanneer een gegradueerde niet aanwezig is. Het vormen van dergelijke verzamelingen wordt bevorderd door de omstandigheid, dat er altijd terreindeelen zijn, welke aantrekkingskracht op de manschappen uitoefenen, en bovendien, doordat er dikwijls vuurarme sectoren voorkomen, die na te zijn ontdekt een welkom gebied vormen voor de voorwaarts dringende troepen S. con cludeert, dat men tegenwoordig bij de vredesoefeningen te ver gaat met het uit elkaar halen van den troep. Zonder ervaring van het moderne gevecht is het moeilijk partij te kiezen. Gezien den menschelijken aard, kunnen wij ons echter den gang van zaken, als door Frontkritikus geschilderd, best indenken. Naar onze meening kan het echter geen kwaad, wanneer bij de oefeningen de troep zooveel mogelijk uit elkaar wordt gehaald (het vormen van groepjes zal toch wel vanzelf geschieden), mits wij bij het vormen van een beeld van het gevecht, maar met die mogelijkheid rekening houden. Gegevens marschen gemech. verhanden. Ondervolgende gegevens komen voor in het D. tijdschrift St. Christophorus 1936, Heft 6 en zijn overgenomen uit een Russisch artikel uit Woina i Revo- luzija. 1. De marschcolonnes zijn aanzienlijk dieper is de diepte van een cie. (bat.) te voet 150 m (1 km), dan is zij bij een gemech. cie. (bat.) 1 km (3 km).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 86