1080 2. Afstanden tusschen voertuigen Rusland (bij 20 voertuigen): 10 tot 45 m; Polen (bij 20 voertuigen): 15 tot 50 Engeland (bij 30 voertuigen)10 tot 80 Amerika (bij 30 a 40 voertuigen): 50 tot 75 m. 3. Afstanden tusschen marschgroepen Rusland 200 tot 500 m Polen 1000 tot 2000 m Engeland 50 tot 200 m; Amerika 500 tot 1000 m. 4. Als gemiddelde kan worden aangenomen, dat de marschsnelheid van gemech. verbanden het drie- tot viervoudige is van die der troepen te voet en het tweevoudige van die van bereden troepen. g. In de verschillende rijken wordt op de hierna vermelde marschprestaties gerekend Rusl. Polen Engel. Fr. Amerika Aantal km/u 10 a 15 15 a 20 10 a 16 10 a 12 10 a 15 Aantal km/dag 80 a 120 100 a 120 90 a 120 60 a 80 120 a 150 Volgens den Russischen S. verminderen de aangenomen getallen bij nachtmarschen tot V2 a 6. Een eerste rust wordt gehouden na uur marcheeren daarna om de 2 a 3 uren. Een groote rust van 3 uren is noodig (IV2 uur aan werkzaam heden voertuigen en IV2 uur rust voor de manschappen). 7. Aanvulling bedrijfsstoffen. Volgens een Eng. berekening biedt de be- drijfsstofvoorziening bij lichte vewn. geen moeilijkheden. Vier zeswielige IV2 t. auto's zouden voldoende zijn om een tank-bat. (50 tanks) voor 150 km van brandstof te voorzien. Zijn twee van dergelijke colonnes voor 1 bat. beschikbaar, dan kan dit bat. 450 km afleggen, zonder dat uit andere treinen behoeft te worden aangevuld (in de voertuigen zelf bevindt zich ook een voorraad voor 150 km). Veel moeilijker wordt de voorziening bij zware tanks, waarvan het benzineverbruik 6 maal zoo groot is. 8. Mede te voeren voorraden. Voor den afmarsch zijn de eigen bedrijfsstof- fentanks gevuld. In den G.T. bevindt zich voor het geheele onderdeel V2 tankvoorraad in de lichte colonne 1 tankvoorraad en in de „Nach- schubkolonne" IV2 tankvoorraad. (Gedurende de groote rust tanken de voertuigen, die V2 van hun voorraad hebben verbruikt, uit den G.T.; deze laatste vult weer aan uit de 10 a 20 km daarachter volgende lichte colonne). De vuurkracht van de Japansche div. vóór en na de reorganisatie. In Bulletin Beige van Juli 1936 komt onder het literatuuroverzicht m.b.t. de vuurkracht van het Jap. leger, het volgende uit Russische bron afkomstig voor. Het aantal lichte mitrn. is verdubbeld, nl. van 230 op 460 gebracht en het aantal zware mitrn. van 48 op 153. De batn. beschikken organiek over kanon nen van 37 mm. Het regiment div. art. telt 36 stukken van 75 mm en 12 stuk ken veldhouwitsers, terwijl het oude regiment nauwelijks 16 kanonnen telde. V.w.b. automatische wapens en stukken art. kan men dus zeggen dat de vuurkracht van de inf. div. is verdubbeld. Men moet eveneens rekening houden met formaties vewn., die het Jap. commando normaal aan bepaalde divn. toewijst. Samenwerking vewn. en motorwielrijders hij de vk. In dezelfde aflevering van Bulletin Beige wordt een artikel uit de Deutsche Wehr van 9 April '36 besproken. Het gebruik van bij vewn. ingedeelde motorwielrijders komt op het vol gende neer vk. t.b.v. de vewn.; beveiliging en waarneming, waar zulks voor de vewn. te lastig is vk. van wegen en kunstwerken aan het gros tijd en ruimte verschaffen voor het innemen van de uitgangsopstelling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 87