1083 Infanterie. Militair Wochenblatt (4 Juli 1936) „Der Kampfwert eines französischen Bataillons". Het Fr. bat. bestaat uit 3 fus.cien. en 1 mitr.cie. De Fr. voorschriften schrijven steeds een bindend schema voor. De getallen, welke genoemd worden, mogen zonder reden niet overschreden worden. Het aanvalsfront van 1 groep (2 man kader en 12 man, aan wapens 1 It.mitr., 1 gw.gr.werper en 10 kn.) is 50 m, van een sie (3 groepen) 100 m, van een cie. (4 sien) 300 m op een versterkte stelling aanvallend is van een cie. het aanvalsfront 200 m. Aanvalsdiepte eener cie. normaal 400 m. Een bat. front is in den aanval 700 of 500 m in de vdd. 1000 m. Bij het bataljon kunnen 45 It.mitr. worden ingezet (iedere cie. heeft n.l. 3 res.lt.mitr. in den gv. trein). De fuseliers (k. groepen) worden in het alg. niet op afst. boven 400 m v.d. vij. tot het vuurgevecht ingezet. Iedere It.mitr. heeft een mun.uitr. van 1325 sch., dit is niet veel, maar er zijn dan ook 12 It.mitr. per cie. In den G.T. alleen mun. voor de geweren, welke echter ook voor de It.mitr. gebruikt kan worden, zoodoende zouden per It.mitr. nog 1000 patr. t.b. komen. De gw.sch. heeft 90, de k.sch. 45 patr. bij zich. Het Fr. voorschr. verlangt dat een It.mitr. op 1000 m een strook van 50 m onder vuur neemt. De mitr. cie. telt 4 sien. a 4 stun. Vuureenheid is de groep sie.) van 2 stun. Werkzame schootsafstn. voor de groep 1600 m, de sie. 2200 m, 2 sien. 2800 m en de cie. 3500 m. Per mitr. aan mun.uitr. 6560 sch. Bij vuur met indirecte richting is de cie. de vuureenheid. Voldoende uitwerking is slechts op een oppervl. van max. 200 m X 400 (a 700) m te verwachten. Het bat. kan worden versterkt door deelen v.d. reg's „Begleit-cie.1", welke in beginsel over de onderdeelen verdeeld en niet in zijn geheel wordt ingezet. De cie. telt 2 sien., 1 sie.inf.gesch. a 3 stun, van 3.7 cm (met totaal 896 gn. 320 pants.gn.). Werkzame schootsafst. tot 1500 m. Normale gevechts opdracht, bestrijding van nog onopgemerkte doelen en gepantserde mrtn., mijnenwerpers en inf.gesch. Bijzondere gevechtsopdracht als anti-vew.gesch. De 2e sie. a 3 gpn. a 2 mijnenwerpers van 81 mm, de sie. heeft 996 gn. en 204 rookgn., werkzame schootsafst. 300 2000 m. Vuureenheid is de groep, slechts bij uitz. wordt de sie. gesloten ingezet. Opdrachten bestrijden van weerstandskernen, vij. draadhindernissen, versluieren van eigen ondernemin gen, innevelen vij. waarn. posten. De indeeling van inf.gesch. bij het bat. is geheel onvoldoende voor tank- afweer. Met het oog daarop kan per bat. een vew.cie ter beschikking worden gesteld, zelfs een sie.vew. kan ter beschikking van een cie. komen. Een cie.vew. telt 3 sien. a 1 co.vew. (met kanon) en 2 halve sien. a 1 kanon- en 1 mitr.vew. Aanvalsbreedte van een sie. is 200 m. Bij de verde diging wordt de vew.cie. in beginsel slechts ingezet ter ondersteuning van een tegenaanval. Militar Wochenblatt, Nr. 3. Infanterietanks Wim Brandt. Hoewel de tank ontstond als begeleidend wapen voor de inf., ziet men thans bij de groote legers wel tankafdn. met daarbij ingedeelde wapens, maar de inf. heeft bijna nergens tanks als rechtstreeksch hulpwapen ter beschikking. (In Fr. bestaat die mogelijkheid wel). En toch is het afwerend vermogen van den verdediger zoo groot geworden, dat zonder ondersteuning van tanks en inf. geschut een inf. aanval nauwelijks denkbaar is. Het begeleidende geschut is zonder pantsering bij de inf. onbruikbaarZwaar gepantserd geschut is echter noch door menschen noch door paarden door het terrein te bewegen, slechts de motor kan dat. Gepantserd, begeleidend geschut met rupsbanden is de tank.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 90