1087 welke vóór ontketening in de kiem gesmoord moet worden, concentraties van troepen, vechtwagens, enz. welke door vliegers gemeld zijn in de ge- vechtsstrook van de div., enz.). Deze beginselen gelden ook bij ons, echter met dit verschil dat wij den art. groepscdt. geen onbeperkt recht van initiatief toekennen. Het inlichten van de inf. omtrent op eigen initiatief van de art. reeds afgegeven vuren, zooals de S. voorstaat, lijkt ons daarbij vrij nutteloos. Het is zeker niet uitgesloten, dat de art. zelf doelen ontdekt, doch het bevuren hiervan zal in het algemeen gebonden zijn aan de toestemming van den inf.reg.cdt. In bepaalde gevallen kan deze laatste binnen door hem aangegeven grenzen deze toestemming (machtiging tot vuuropening) tevoren geven. Daarnaast blijven natuurlijk gevallen van initiatief mogelijk, indien het vragen van toestemming niet mogelijk is of te lang zou duren. Vuurtactiek. Luit. Kol. P. de Mazenod tracht de partijen in het sinds een jaar aan den dag getreden dispuut in de R. d'Art. betreffende centralisatie of decentra- satie van het vuur nader tot elkaar te brengen, (Febr. afl. Tir de groupe Tir de batterie door er op te wijzen, dat beide methoden van vuren op het gevechtsveld zullen voorkomen. Voor bepaalde doelen is een concen tratie van de afd. of de groep noodig, in welk geval hij het rationeel acht, dat de afd. staf de vuurgegevens berekent. Voor andere zichtbare doelen zal een tir a vue van de enkele batterij noodig zijn. Lieut, col. Smedts geeft in de B.B.S.M. van Mei 1936 een verhandeling over de afsluitingsvuren Tir d'arrêt. Hij onderscheidt daarbij de volgende vuren. Ie. Normale afsluitingsvuren, welke dienen ter aanvulling van de leemten (,.trous") in het afsluitingsvuur der aut.inf.wapens. V. z. v. deze leemten liggen binnen den afstand waarop het art. vuur uit veiligheidsoverwegingen verwijderd moet blijven van de eigen inf. (welke afst. de S. op 200 m stelt voor 7,5 en 10 cm kanonnen) zal hier vuur gelegd moeten worden van de zware inf. wapens. Zijn zij op iets grooteren afstand gelegen, nl. tusschen 200 a 300 m van de inf., dan zal hier art. afsluitingsvuur moeten komen. Ligt het „gat" in het vuur der aut. wapens op grooteren afst., dan komt deze plek wel in aanmerking voor een voorbereid art. vuur, doch voor een „feu de protection". Dit vuur wordt dus door den hoogeren bevelhebber ontketend, in tegenstelling met de normale afsl.vuren welke door de inf.cdtn. worden ontketend. 2e. Aanvullende afsluitingsvuren, welke dienen om het afsl. vuur der aut. wapens te versterken, hetzij omdat men de dichtheid van dit vuur onvol doende acht, of wel omdat men het vuur over grootere diepte wil uitstrekken dan met de aut. wapens in dat geval is te bereiken. 3e. Eventueele afsluitingsvuren, welke in de eerste plaats afgegeven worden in geval van een plaatselijken aanval van den vijand, waarbij S. wijst op het gevaar, hiervoor bijn. in te deelen, welke ook een normaal afsl. vuur elders moeten kunnen afgeven, om welke reden hij hiervoor z.v.m. alleen art. van de groupement d'ensemble wil indeelen. Dit vuur wordt alleen afgegeven op last van den div.cdt. Een tweede geval voor het afgeven van eventueel afsl.vuur doet zich voor, indien het afsl.vuur der eigen aut.wapens door vijandelijk vuur gedesorganiseerd is. Om in dit geval een snelle vuur opening te waarborgen, wil S. het geheele inf. front indeelen in stukken van 200 m breedte, welke genummerd worden, en waarvóór het afsl.vuur wordt voorbereid door daartoe aan te wijzen bijn., welke geen normaal afsl.vuur behoeven af te geven. Deze vuren worden dan door de inf.cdtn. aangevraagd. De afsl.vuren dienen z.v.m. te worden waargenomen S. is een tegenstan der van het toepassen van vuurconcentraties van meer dan een bij. op een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 94