geloopen, men ging de grens over om ze te vangen, de vijand snelde toe en wondde één Turk, de Raad der Molla's werd bij eengeroepen en maakte uit dat het geval een volwaardige oorlogs daad was zoodat dus ook weer dat dat was. Alle pogingen van von Moltke en Mühlbach om het oorlogsgevaar af te wenden bleven vruchteloos Tot goed begrip van hun geringen invloed op Hafisch' besluiten, dient men zich voor oogen te houden, dat de „ongeloovige" Pruisische raadgevers in Turkije weinig minder dan gehaat waren, en dat de Turken aan een matelooze zelfover schatting leden 2) Met zijn oorlogsbesluit nog niet tevreden, besloot Hafisch om zijn sterke stelling van Biredschik te verlaten en vlak aan de Syrische grens bij Nisib een veel zwakkere stelling in te nemen, onder het motief dat hij vreesde, dat Ibrahim Pacha hem anders niet zou aanvallen. Dat was natuurlijk dwaasheid, want Ibrahim kon er niet aan denken om zich met zijn 35000 man over Konia naar Stamboel te begeven zonder eerst met het in zijn rechter flank staande leger van Hafisch te hebben afgerekend. Maar Moltke's vertoogen waren ook nu vergeefs Hafisch ging derhalve met 28000 man en 110 vm. bij Nisib in stelling, bedreigd door de 35000 man en 162 vm. van Ibrahim3). Over den slag bij Nisib, waarbij Hafisch geholpen door zijn Molla's de eene fout op de andere stapelde, en al de goede adviezen van von Moltke en Mühlbach in den wind sloeg, zal ik niet verder uitweiden. De slag, als men hem tenminste zoo noemen wil, duurde 2 uren, en bestond eigenlijk alleen uit een kanonnade. Deze maakte op het ongedisciplineerde Turksche leger een zoodanigen indruk, dat brigade na brigade de beenen nam en het Taurusleger al dra niet meer bestond. Achteraf is gebleken, dat Hafisch van den Sultan de besliste order had ontvangen den oorlog te ontketenen van welk bevel hij echter zijn raadgever von Moltke onkundig had gelaten. Het weinige respect voor den Giaur beschreef von Moltke aldus „Die Obersten raumten uns den Vortritt ein, die Offiziere waren noch „leidlich höflich, der gemeine Mann aber machte keine Honneurs mehr, und „Frauen und Kinder schimpften gelegentlich hinter uns her." En van de zelfoverschatting geeft hij het volgende beeldje, zijnde de uitlating van een der Molla's in het kamp van Biredschik „Warum sollten „nicht heute noch 10000 Osmanli aufsitzen und mit festem Glauben an Allah „und scharfen Sabeln bis Moskou reiten Ein ketzerischer türkischer Offizier, welcher seine Bildung in Europa geholt hatte, erwiderte darauf sehr sarkastisch, jedoch zur Vorsicht in französischer Sprache „Warum nicht „wenn ihre Passé von der russischen Gesandtschaft visiert sind, immerhin 3) Overigens was het leger van Ibrahim er niet veel beter aan toe dan het Turkscheveel recruten, een slechte verpleging (op den slagdag van Nisib werd de laatste verplegingsvoorraad verstrekt), sedert 18 maanden was geen soldij verstrekt, derhalve dagelijks eenige tientallen overloopers. Stafchef van Ibrahim was Soliman, die voor den Burgerlijken Stand An- thelme Sève heette, een Fransch cavaleriekolonel, die onder Napoléon had gestreden en als organisator in Egypte had voldaan. 1004

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 9