Commentaar is hier wel overbodig. Inmiddels waren de Oostenrijkers den 24 Juni bij Solferino wederom verslagen en op hun oude stellingen teruggetrokken en had Keizer Napoléon III besloten om het leger in Italië met 20.000 man te versterken. Het oogenblik voor den Duitschen aanval was dus gunstig. En omdat na het uitgeven van het concentratiebevel nog 10 dagen zouden moeten verloopen om de spoorlijnen geheel gereed te maken (ontruiming, samentrekking van het materieel, voorberei ding verpleging), drong Von Moltke er bij den Minister van Oor log op aan, de bevelen nu dadelijk te doen uitgaan. Den 4 Juni 1859 ging het bevel uit, en werd de 15 Juli als eerste transportdag aangewezen. Dadelijk na ontvangst van het bevel werden door enkele legerkorpscommandanten bezwaren geuit tegen de dichte kantonnementen (4 a 5 man per haardstede) na de uitlading. Von Moltke weerlegde die bezwaren als volgt „Betreffende kantonnementen merk ik op, dat de algemeene „begrenzingen, waar verschillende legerkorpsen aansluiten, „vooreerst alleen door het Min. v. Oorl. kunnen worden vast gesteld. „Zoodra de dringend noodige vaststelling van die begren zingen door het Opperbevel zal zijn getroffen, zal, naar „gehoopt wordt in de eerstkomende dagen, dit door de leger - „commando's naar den maatstaf van de eventueele omstan- „digheden geschieden. „Het is mogelijk, dat deze omstandigheden dan alsnog toe laten dat ruimere kantonnementen worden betrokkenmaar „misschien zal men ook nog tot dichtere legering moeten „overgaan. „In 't algemeen zijn enge kantonnementen gedurende de „eerste concentratie, als de oorlogsdivisiën zich nog vormen, „voor het gemak van de troepenleiding gewenschten ook „toelaatbaar omdat deze kantonnementen slechts voor kor- „ten tijd zijn bedoeld en alleen op den laatsten dag volledig „zijn betrokken. „Op die uitlaadstations, waar verscheidene korpsen van een „leger samenkomen, zijn enge kantonnementen noodzakelijk „en kan een legering van 4 a 5 man per haardstede nauwelijks „eng worden genoemd. „Het Engelsch-Nederlandsch-Pruisische leger lag tot het be- „gin van den veldtocht gedurende 7 weken op deze dichtheid „gekantonneerd aan de Sambre, en kon toen nog niet tijdig „worden geconcentreerd. „Zou men aan de Moezel 3 legerkorpsen onderbrengen met „2 man per haardstede, dan zou naar dezerzijds is berekend 1111

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 13