elk korps een rayon van 75 km middellijn innemen. En „dat terwijl de Franschen binnen 8 dagen uit Paris, Chalons „en het 'Oosten des lands 130.000 man bij Metz kunnen ver- „eenigen. „Alleen de legeraanvoerder, die de verantwoordelijkheid „daarvoor aanvaardt, kan ter plaatse en gelet op de om- „trent den vijand beschikbare gegevens, de juiste uitgestrekt heid der kantonnementen bepalen. Een op den rechteroever „van de Moezel vooruitgeschoven voorhoede kan wellicht nog „slechts alarmkwartieren betrekken. Ook van civiele zijde werden bezwaren geopperd tegen de te enge kantonnementen, terwijl in Frankrijk bij III en V leger korps dezelfde klachten werden geuit. De daarop toegestane verruiming der kantonnementen kwam evenwel niet meer tot stand, omdat de geheele concentratie wegens de inmiddels gewijzigde politieke toestand werd afgelast. Doch dit is wel een van de punten waaruit bleek, dat de Duitsche legers de oorlogservaring hadden verloren en dat de „generale repetitie van 1859" dringend noodig was. Daarom achtte Von Moltke het van belang om den Minister van Oorlog ter zake nog eens in te lichten. In zijn brief x) schreef hij de volgende behartigingswaardige wenken voor legers, die geen oorlogservaring hebben a. De ervaring leert, dat de burgerautoriteit steecis op verlichting van de kantonnementslasten aandringt (d.w.z. op uitbreiding der kwartierenen zelden zonder succes daarom schijnt het voorloopig en in 't algemeen aan te bevelen, voor de eerste ontwerpen zeker geen te ruime grenzen te nemen. b. De bepaling van deze grenzen is zonder verkenning ter plaatse slechts mogelijk aan de hand van een abstract normgetal, en onder voorbehoud van de mogelijk ter plaatse noodig blijkende wijzigingen. c. Een gemiddelde van 4 man per gezin is gering en was reeds 40 jaren geleden aanvaardzoodat, nu na 44 jaren van vrede de welvaart aanzienlijk is gestegen, des te zekerder deze norm kan worden aanvaard. Voorts sluit het gemiddelde van 4 niet uit, dat naar den stand van hun welvaart dorpen en gezinnen sterker of zwakker kunnen worden bezet dan het normgetal aangeeft. d. Bij de vaststelling van dit normgetal voor deze streek en voor dit geval lag ten grondslag 1112 1) In den aanbiedingsbrief werd begonnen met den volgenden zin „Die Reklamationen gegen zu enge Kantonnements fassen nach meiner „Ansicht mehr das Interesse der Quartiergeber und die Bequemlichkeit „der Einquartierten als die militarische Nothwendigkeit ins Auge".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 14