1118 Ten einde dit verslag niet noodeloos uitgebreid te maken zal daarin niet verder worden uitgewijd over de voorgeschiedenis dezer aange legenheid, doch wordt als bijlage bij dit rapport gevoegd een in den boezem der Commissie opgemaakte nota omtrent hetgeen ten aangezien van de verhouding LegerPolitie en van de taak en dienst uitoefening van beide machtsmiddelen in den loop der jaren is vast gelegd, terwijl ter verduidelijking mede wordt overgelegd een door het Departement van Oorlog ter beschikking van de Commissie gestelde nota over hetzelfde onderwerp. De Commissie komt dan verder tot het oordeel, dat het onder deel der Algemeene Politie dat zich voor vervanging door mili tairen eigent de Veldpolitie is. In het verslag lezen wij Deze toch, die haar ontstaan te danken heeft aan den vroegeren slechten veiligheidstoestand op het platteland van Java en Madoera, is bestemd als politiemiddel van het Bestuur, meer bepaaldelijk ter verzekering van de veiligheid, orde en rust buiten de groote plaatsen,, welke reeds over politie beschikken. Haar taak is in de eerste plaats om, in samenwerking met de overige politiemiddelen en verdere dienaren der openbare macht, door groote bewegelijkheid, verkregen door verplaatsing te voet, te paard, per rijwiel, per motorrijwiel of per auto, door geregelde en ongeregelde rondediensten overdag en 's nachts, door verrassend optreden, kortom door alomtegenwoordig heid ten plattelande, in de eerste plaats preventief te werken ter verzekering van orde, rust en veiligheid, terwijl zij daarnaast even eens geroepen is om ten aanzien van reeds gepleegde misdrijven en overtredingen repressief op te treden. Deze taak der veldpolitie nu kan, naar het oordeel der Commissie, onder bepaalde voorwaarden door bepaalde onderdeelen van het leger worden overgenomen, zonder dat van dien maatregel een ernstige verstoring van den goeden gang van zaken behoeft te worden ge vreesd, daarentegen zeer ten bate van den financieelen toestand van het Land. Wat de beantwoording van de vraag betreft, welke legeronderdeelen met politioneele werkzaamheden dienen te worden belast, meent de Commissie, dat daarvoor in het bijzonder in aanmerking komen de Marechaussee's. Wij vervolgen het daarop betrekking hebbende gedeelte in het verslag met Deze troepen toch, tot een totaal sterkte van 6 compagnieën a plus minus 200 man ieder, waarvan gelegerd zijn te Serang, Madjalengka, Tjilatjap en Bondowoso 1 compagnie in elke plaats en te Soerabaja 2 compagnieën (thans 1 compagnie te Serang, Mr. Cornelis en Ma djalengka van het Ie Marechaussee Bataljon en te Ambarawa, Malang en Bondowoso eveneens 1 compagnie van het lie Mar. Bat.), hebben in de eerste plaats tot taak om in tijd van oorlog dan wel wanneer de binnenlandsche orde en rust ernstig is, of dreigt te worden verstoord, in den rug van het veldleger zoomede in bepaaldelijk daarvoor aangewezen streken op Java en mogelijk ook in de Buiten gewesten, de orde, rust en veiligheid te verzekeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 20