1121
3. Er mag overigens geen vermenging plaats hebben van met veld
politie functies belaste militairen en het burgerlijke veldpolitieperso-
neel, noch van de ressorten der uit militairen samengestelde detache
menten en de burgerlijke detachementen.
Artikel 2.
1. De politioneele opleiding van de in het vorig artikel bedoelde
militairen geschiedt voor zooveel betreft
a. de officieren, onderofficieren, brigadiers en korporaals, die met
politiefunctiën worden belast, alsmede de manschappen, die als
motorrijder en motorreparateur moeten kunnen fungeeren, aan
de opleidingsschool voor het personeel der politie te Soekaboemi
b. de Marechaussee's 1ste en 2de klasse, die met de functie van
politieagent worden belast, in de betrokken Marechaussee garni
zoenen door de officieren en onderofficieren, die aan de onder a
genoemde opleidingsschool reeds politioneel zijn opgeleid.
2. De opleiding aan vorengenoemde onderwijsinrichting wordt
gesplitst in
a. een opleiding van de compagniescommandanten en luitenants voor
de functie van technisch leider der veldpolitie
b. een opleiding van de onderluitenants, onderofficieren-instructeur,
Europeesche sergeanten en met deze laatsten in betaling gelijk
gestelde niet-Europeesche sergeanten le klasse voor de middel
bare politiefuncties
c. een opleiding van de niet-Europeesche sergeanten le klasse, niet
vallende onder de groep b, voor de functie van hoofdposthuis-
commandant
d. een opleiding van de niet-Europeesche sergeanten 2e klasse,
brigadiers en korporaals voor de functie van posthuiscommandant
e. een opleiding van een aantal manschappen in het motorvak.
3. Het leerplan voor en de duur van elk der in het vorige lid
bedoelde opleidingen worden vastgesteld door den Directeur van
Binnenlandsch Bestuur.
Artikel 3.
De Legercommandant regelt de aanwijzing van de tot de betrok
ken Marechaussee-compagnieën behoorende militairen, die de in het
tweede lid van het vorig artikel genoemde opleidingen moeten volgen.
Artikel 4.
1. Van de Marechaussee-compagnieën wordt ten hoogste de helft
der totale sterkte, na politioneel te zijn opgeleid, door den Leger
commandant ter beschikking van het Binnenlandsch Bestuur gesteld
voor de vervanging op de vastgestelde formatie-sterkte van het per
soneel der daartoe aangewezen detachementen veldpolitie, welker
volledige taak door die militairen wordt overgenomen.
2. De overige tot die compagnieën behoorende militairen blijven
in normaal militair verband.
3. De in het eerste lid bedoelde terbeschikkingstelling geschiedt
voor den duur van achttien opeenvolgende maanden, waarna de
betrokken militairen weder naar hunne garnizoenen worden terugge
voerd en vervangen door andere, intusschen politioneel opgeleide
Marechaussee's.