liedjes, gevolgd door bliksemsnelle aanvallen met zijn legers, kon Napoléon III slechts bluf stellen openlijk dreigen (als in Januari 1859), op deze wijze de gezindheid van het Fransche volk peilen om daarna rekening houdende met de blijkbare wenschen des volks zijn houding te bepalen. Het 600.000 man tellende leger was van goede kwaliteit, doch de uitrusting en de oorlogsvoorbe reiding waren van veel minder gehalte dan uit zijn roep wel ware af te leiden. In 1859 was het leger al op zijn retour, teerde het reeds te veel op ouden roem, en was het even weinig gereed voor den strijd als in 1870, toen de Minister van Oorlog Leboeuf blufte, dat het Fransche leger „archiprêt" was, doch in feite niets gereed was, en naast de vele organisatorische gebreken ook elke gezonde strategische gedachte ontbrak. Maar in 1859 had Europa voor het Fransche leger toch nog diep ontzag. Von Moltke voelde echter de gebreken van dat leger wel, en wist toen reeds dat het zijn naam overleefdemaar hij was voorzichtig strateeg genoeg om zijn tijd te beiden. In deze sfeer vol tegenstrijdigheden kwam midden Februari 1859 het Oostenrijksche verzoek aan de Duitsche Bondsregeeringen om vereenigd het voor Oostenrijk dreigende gevaar af te wenden. Dat dit verzoek bij Pruisen niet in goede aarde viel ligt voor de hand. Niet alleen dat Pruisen de heerschappij in den Duitschen Bond wenschte omdat dit land zich het sterkste wist (1866 en 1870 hebben dat bewezen maar ook wilde Pruisen zich niet op sleep touw laten nemen voor een zuiver Oostenrijksch belang in Italië, dat voor Pruisen niet de minste aantrekkelijkheid bezat. Pruisen stond nu voor een zware keuze 1. Neutraal blijven Dat was moeilijk voor een staat, welke zich in Europa een machtspositie wilde scheppen. En ook voor het leger, dat na 1815 geen oorlog meer had gekend, was een krijg met weinig kwade kansen wel zeer nuttig. 2. Aan Frankrijks zijde treden, Oostenrijk verslaan en daarna de overblijvende Duitsche staten vereenigen tot één Duitsch- land Dit zou ongetwijfeld de beste politiek geweest zijnen FRIEDRICH zou bij de keuze stellig geen oogenblik hebben geaarzeld, omdat men van Oostenrijk voor een eventueelen bijstand toch geen dank zou hebben kunnen verwachten, ter wijl daarentegen Frankrijk aan Pruisen gaarne vérstrekkende beloften zou hebben gedaan. Daartegenover zou een bond genootschap met Frankrijk tegen de Oostenrijksche Duitsche broeders voor het gevoel der meeste stamverwante Duitschers toch wel onaanvaardbaar zijn geweest. 3) „Le système de la politique de l'empereur est un chef-d'oeuvre de „balance Een oordeel, dat Napoléon I niet gaarne zou hebben aanvaard. 1102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 4