1170 aan beide zijden (Eng., D. en Belg. kust) veelvuldig plaats gehad. Dit zal zeer waarschijnlijk ook een van de eerste handelingen zijn bij het uitbreken van een oorlog voor het afslaan van een dergelijken aanval is de gecoör dineerde actie van alle defensie-organen noodig. De constante bedreiging is van grooter potentieele warde dan de te verwachten materieele verliezen. Deze operatiën kunnen worden uitgevoerd door kleine groepen jagers, welke onder bescherming van de duisternis of van een rookgordijn werken. 4. Het mijnenvegen vóór den haveningang of in het vaarwater, dat naar de haven leidt, en pogingen om netten of andere hindernissen voor de scheepvaart bij den haveningang te vernielen. Dit gaat meestal vooraf aan een andere actie en zal veelal gedekt worden door vuur op grooten afstand uit scheepsgeschut of door luchtbombardement. Ofschoon het een moeilijke operatie is, is het toch een noodzakelijke inleiding voor andere acties en een poging hiertoe zal, indien noodig, dan ook worden uitgevoerd, zooals het ook op de Belg. kust plaats vond door de Britten in het schootsveld der D. ku.bijn. Tijdige waarschuwing door marine- of vliegtuigpatn. zal de ku.bijn. in staat stellen deze operatie zeer gevaarlijk te maken voor den vijand. 5. Aanvallen tot blokkeering van den haveningang. Dit geschiedt in het bijzonder indien de ingang nauw is, en ofschoon ook deze operatie gemakkelijk veronzijdigd kan worden, zal men toch, waar mogelijk, trachten haar tot uitvoering te brengen (Zeebrugge). Het optreden hiertegen dient gebaseerd te zijn op vroegtijdige ontdekking en omvat verder het voortijdig tot zinken brengen van het blokkadeschip (waarvoor uiteraard meestal zwaar geschut noodig is. T.). 6. Torpedo-aanvallen op schepen in de haven. Deze vormen vooral een gevaar voor havens met wijden ingang, welke niet van hindernissen zijn voorzien, waarom dan ook elke behoorlijk verdedigde haven door een net tegen torpedo's en onderzeebooten wordt beschermd. Zoolang dit nog niet het geval is, vormen deze aanvallen een zeer ernstige bedreiging zij vorm den de grootste zorg van den Admiraal Jellicoe voordat Scapa Flow behoorlijk was beschermd. Ofschoon de netten meestal gelegd en bewaakt worden door de marine, worden zij meestal ter bescherming geplaatst binnen het schoots veld der ku.bijn. 7. Landingsraids op beperkte schaal. Zij worden gewoonlijk uitgevoerd door marinepersoneel en hebben ten doel ku.bijn. of andere defensie-organen buiten werking te stellen, soms te verkennen. Zij dienen altijd verrassend te worden uitgevoerd en worden soms gedekt door een anderen aanval. Als tegenmaatregel dienen o.a. kustpatn. Uit vorenstaande beschouwingen blijkt wel, dat bij vrijwel eiken vorm van aanval de samenwerking van alle verdedigende organen noodig is, om deze af te slaan. De algemeene taak van de kustverdediging is1) den vijand het bezit van de haven en haar maritieme en handelsfaciliteiten te ontzeggen 2) de vernieling of beschadiging van de haven, de havenfaciliteiten of de leger- en marine-etablissementen te voorkomen 3) binnen de haven een gebied te scheppen, waarin oorlogs- en handelsschepen beschermd zullen zijn tegen elke vijandelijke actie 4) veilige in- en uitvaart te verzekeren. Voor een doelmatige bescherming van de haven zijn noodiga) een marinepatrouille, b) een systeem van zelfwerkende zoomede van den wal te ontsteken mijnen, c) netten tegen torpedo's en onderzeebooten bij den haveningang, d) een vliegdienst voor waarneming en patrouilleeren, e) ku.art. van groot en middelbaar vermogen, zoowel in vaste opstelling als mobiel, f) luchtdoelverdediging inbegrepen art., mitm. en zin., g) een volledig verbindingssysteem. Voorts een zeer mobiele troepenmacht van inf. en veldart. om te voorzien in een strandpatrouillede sterkte houdt verband met de redelijk te verwachten landingspogingen. Indien beschik-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 72