„ik Uwe Koninklijke Hoogheid verzoek mij allergenadigst te
„willen toestaan mijne bezwaren tegen de mij aangewezen
„verzamelpunten eerbiedig te mogen uitspreken".
Von Moltke wees er nu op, dat volgens de order van 17 April
het leger zou worden verspreid van Aachen tot Bamberg over een
front van 450 km, zoodat in elk geval een nieuwe concentratie
zou moeten worden uitgevoerd, aleer tot werkelijke operatiën kon
worden overgegaan. En omdat de reeds ver gevorderde oorlogs
voorbereiding' van het Fransche leger de voor die nieuwe con
centratie benoodigde tijd wel eens zou kunnen uitsluiten, meende
hij reeds dadelijk bij het eerste transport de korpsen in een nau
were en meer voorwaarts gelegen opstelling te moeten vereenigen.
Dit kon zonder verlenging van den totaalduur der vervoeren
geschieden, omdat deze slechts weinig wordt beïnvloed door de
transporten 100 of 150 km verder te leiden. Wanneer echter een
maal zou zijn uitgeladen, zou een nieuwe inlading voor een korps
8 dagen vorderen, onafhankelijk van de omstandigheid of het
nieuwe traject lang zou zijn of kort.
In een nauwer samengetrokken front dichter aan de grens lag
naar Von Moltke's meening ook geen enkel gevaar, mits de groepen
op zich zelf slechts sterk genoeg waren.
Uitgaande van het geval dat de Franschen eerder gereed zouden
zijn voor den aanval dan de Pruisisch-Duitsche legers, waren er
3 mogelijke aanvalsrichtingen
a. door België de langste en dus voor Pruisen voordeeligste
richtingdoor detacheeringen in België zou het Fransche
leger reeds belangrijke contingenten hebben moeten achter
laten deze aanvalsrichting was dus onwaarschijnlijk
b. door de Rijnprovincie dus via Metz, waar voorloopig met
40.000 Franschen rekening zou moeten worden gehouden,
later gevolgd door grootere massa'sin 10 marschdagen kon
den die legers Cöln bereikenom de daar reeds gemobili
seerde VII en VIII legerkorpsen te ondersteunen was het
noodzakelijk, dat de per spoorweg oprukkende Pruisische
korpsen dichtbij zouden worden uitgeladen, dus tusschen Cöln
en Coblenz
c. door Zuid-Duitschlandwaarbij 40.000 Franschen van Metz
uit tegen Mainz en Coblenz zouden kunnen dekken en 70.000
Franschen Zuid-Duitschland zouden kunnen binnenrukken
het Fransche hoofdleger van 120.000 man kon dan nog eerder
aan den Main aankomen, dan de in 's Prinsen bevel genoemde
korpsen III en V, terwijl de ondersteuning door het Rijnleger
dan verzwaard zou zijn door dit ver achter bij Hamm en
Düsseldorf op te stellen.
Von Moltke stelde daarom voor het leger samen te trekken
tusschen Cöln en Aschaffenburg (aan den Main)en wel
1106