1191 is verantwoordelijk voor de inschrijvingen en de uitzending naar de O. S. Bij het N. O. C. zijn de nationale bonden aangesloten (voor elke sport één). In Nederland wordt de ruitersport vertegenwoordigd door den Ned. Hipp. Sportbond (N. H. S. B.) Het contact met Nederland inzake ruitersportaangelegenheden zal dus door het C. C. N. I. moeten plaats hebben met den N. H. S. B. Het C. C. N. I. zal in 1937 lid worden van den N. H. S. B. waar door recht wordt verkregen op 2 stemmen, terwijl voor een perma nent vertegenwoordiger in Nederland zal worden zorg gedragen. Volledigheidshalve zij vermeld, dat het N. I. O. C. als vertegen woordigend lichaam ten opzichte van de algemeene toepassing van lichaamsoefening in Ned.-Indië, door het N. O. C. wordt erkend. De verhouding tot het I. O. C. behoort echter tot de uitdrukke lijke bevoegdheid van het N. O. C. Zooals uit het voorgaande blijkt, berust de beslissing omtrent deel name in Nederland. Reeds thans is uit correspondentie bekend, dat in verband met financieele bezwaren in 1940 slechts een beperkte uitzending uit Nederland zal kunnen plaats vinden. Desgevraagd werd als het officiëele standpunt van den N. H. S. B. bekend gesteld, dat medewerking uit Indië bij een uitzending naar Tokio zeer gewaardeerd zal worden. De N. H. S. B. is bereid tot de grootst mogelijke samenwerking met betrekking tot de keuze en de uitzending van ruiters en paarden. 6) Bij het bestudeeren van de verder te nemen maatregelen is het Voorloopig Comité al dadelijk tot het inzicht gekomen, dat le. het benoodigde paardenmaterieel wil men met de voorbe reiding van paarden en ruiters in 1940 gereed zijn gedeeltelijk reeds in 1936 en overigens in 1937 moet worden aangeschaft 2e. de aankoop van vorenbedoelde paarden het best en het meest economisch kan geschieden door de militaire commissie, die jaarlijks de legerpaarden aankoopt 3e. voor een en ander steun van legerzijde moeilijk kan worden ontbeerd. 7) Met het oog op het vorenstaande heeft het Voorloopig Comité zich door middel van een verzoekschrift, waarin mede de plannen tot deelneming aan de Olympiade in 1940 zijn uiteengezet, tot Zijne Excellentie den Legercommandant gewend, met verzoek om steun bij den aankoop der Olympiadepaarden. 8) Het verheugt ons U te kunnen mededeelen, dat van Zijne Excellentie bericht werd ontvangen, dat het streven om aan de Ruiterolympiade te Tokio deel te nemen, Hare volle sympathie heeft en dat van legerzijde voorshands de volgende steun zal worden verleend. Aan de militaire commissie, die 21 September j.l. naar Australië is vertrokken, werd opgedragen 6 a 8 legerpaarden te koopen, welke geschikt zijn om voor de O. S. in dressuur te worden genomen. Het leger betaalt van den aanschaffingsprijs dezer paarden een gedeelte overeenkomende met het gemiddelde van den prijs der overige voor het leger aangekochte paarden de gebeurlijk meerdere kosten per paard zullen door ons Comité moeten worden bijgepast. 9) De benoodigde fondsen zullen worden verkregen door a. bijdragen van officieren. Op de jaarvergadering van het C. C. N. I. werd besloten, dat de officieren 10 van de door hen bij hippische wedstrijden be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1936 | | pagina 93