lijkheid de commandant daarvan. Overigens komen de verdere administratieve beslommeringen, ook die, welke het plaatselijk militair commando betreffen, zoomede de leiding van de dage- lijksche diensten voor rekening van den tweeden officier of, indien een zoodanige kracht ontbreekt, van den hoogst in rang zijnden of oudsten onderofficier. T.a.v. dit gedeelte der werkzaamheden heeft hij een leidende en een controleerende taak. De civiele functie is meer omvattend dan de militaire, wijl zij de geheele maatschappelijke samenleving omvat. In vele opzichten is deze weliswaar primitief, alle geledingen zijn er echter en ze vereischen alle meer of minder aandacht. De op de Koninklijke Militaire Academie vergaarde kennis betreffende de bestuursin- deeling en van land en volk is te algemeen om hier van groote practische beteekenis te zijn. Gewoonlijk worden officieren bestuursfuncties opgedragen in streken, waar het beschavingspeil van de landschapsonderhoorigen betrekkelijk laag is, in streken dus waar de adat en de adatrecht spraak nog een zeer voorname rol spelen en laatstgenoemde voor het groote gedeelte nog de plaats inneemt van het ingewikkeld stel wetten, bepalingen en voorschriften, regelende de verhou ding tusschen individuën onderling en die van de individuen tot de overheid, zooals we dat bijv. op Java kennen. In algemeenen zin kan echter worden aangenomen, dat ook in deze streken voren genoemd stel wetten c.a. geleidelijk aan de adat verdringt. De voortgang daarvan hangt af van de streek. Het streven dient hier op echter te zijn gericht. Het volgt uit het uitgestippelde algemeene bestuursbeleid. Is uit dien hoofde kennis van wettelijke bepa lingen noodig, zulks is bovendien een vereischte wijl ook het bestuur wordt gevoerd over vreemde Oosterlingen en wellicht ook Europeanen, die zich in de betrokken streek vestigden. De kennis van den nieuwen functionaris omtrent het gebied, dat hij aanstonds gaat besturen, beperkt zich veelal tot de alge meene ligging, benaderend de uitgestrektheid en de geografische gesteldheid. Deze kennis kan aanmerkelijk worden uitgebreid, indien men als garnizoen de gewestelijke hoofdplaats had, waar immers gelegenheid bestaat de op het gewestelijk be- stuurskantoor voorhanden zijnde memories omtrent het betrok ken bestuursressort te raadplegen. Zulks is echter niet altijd het geval. Bovendien ziet men zich dan nog geplaatst tegenover een berg papier en stijgt de verzuchting opik zou nu eens gaarne weten wat in al die paperrassen van het meeste belang is. Een van de eerste vragen, welke zich voordoen luidt wat is besturen Naar onze meening beduidt besturenhet geven van leiding aan de hoofden bij de uitoefening van het gezag (zij toch zijn de feitelijke dragers daarvan). De gezindheid der hoofden, hun 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 14