is noodig. Deze kennis verschaft tevens inzicht in de adat, welke vooral in primitieve streken nog zoo'n belangrijke rol speelt en in de handhaving waarvan de hoofden dan ook een krachtig middel zien om hun gezag hoog te houden (zie hierna onder adatrecht spraak) Mede zal dit een antwoord geven op de vragen 1. Hoe is de huidige bestuursindeeling m.a.w. hoe zijn de aan de hoofden toevertrouwde ressorten waaruit de onderafdeeling bestaat -tot stand gekomen 2. Hoe worden de hoofden aangesteld (verkiezing, erfelijke op volging, benoeming door het zelfbestuur (de Vorst met de rijks- grooten samen) of door den Vorst alleen, al dan niet met goed keuring van het gew. bestuurshoofd) De tijd, welke noodig is deze kennis te vergaren, hangt grooten- deels af van de zorg, waarmede het daarop betrekking hebbend gedeelte van het archief door voorgangers is beheerd. In gecom- primeerden vorm vindt men het gewoonlijk niet voorhanden. Hoogstens staat er als eerste kennismaking iets van aangegeven in de memorie van overgave. We behoeven hier niet verder uit te wijden over den grooten invloed, welke het beheerschen van de landstaal op toewijding en verknochtheid van de zijde der bevolking en hoofden heeft. Streeft ge hiernaar, overdenk dan dezen kleinen practischen wenk Neem op Uw tournees ter bestudeering een voorhanden zijnde woorden lijst mede van de meest gebruikelijke landstaal (bij voorkeur die, welke de Vorst bezigt) en zoo die niet aanwezig is, noteer dan zelf enkele woorden en leer die van buiten. Langzamerhand leert ge de taal begrijpen en spreken. Daardoor zijt ge wellicht na eenigen tijd in staat de rechtszittingen in de landstaal te leiden. De grondige kennis van taal en gebruiken, welke hiervoor wordt vereischt, zal U bij de bevolking een aanzien verschaffen, dat zoo U de overige eigenschappen van bestuurder bezit kan leiden tot de mooiste resultaten, waarop een bestuurder kan bogen. OVERIGE BEVOLKINGSGROEPEN. Intusschen bedenke men, dat een onderafdeeling niet uit de oerbevolking alleen bestaat. In elk gebiedsdeel hebben zich groepen van elders uit den archi pel afkomstig neergezet, in de binnenlanden hoofdzakelijk uit de aangrenzende gebieden (vaak door stamverwantschap verbonden) in de kuststrooken echter mede uit verafgelegen streken. Dit laatste kan duiden op avontuurlijken geest, zin voor handel en andere factoren, eigenschappen, welke bij de oerbevolking als regel mankeeren. Dateert deze vermenging van oudsher, dan ziet men meestal in de betrokken streken markante verschillen met de ongerepte oerbevolking, voornamelijk hierin bestaande, dat de 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 17