aard en het beschavingsniveau van de vreemdelingen op d*e streek is afgedrukt, zich uitende in betere kleeding, nettere huizen als mede in vrijmoediger en zelfbewuster optreden. Ook komt het voor, dat zich op een betrekkelijk kleine kuststrook in dezelfde onder- afdeeling meer van elders uit den archipel afkomstige vreemde groepen vestigden; hier drukt de energiekste van die groepen haar stempel op de samenleving. Alle tevoren bedoelde groepen vestigden zich bij voorkeur op de t.a.v. van vruchtbaarheid en afscheepgelegenheid gunstige plaatsen, en het dient gezegd, dat zij deze plaatsen tot groote welvaart brachten. De rechtstoestand van dit betrekkelijk gering aantal personen is echter gelijk aan de overige zelfbestuursonderhoorigen, hetgeen in zich sluit onderworpenheid aan de in het zelfbesturend gebied geldende adat en de voor dat gebied geldende geschreven wet telijke bepalingen en regelingen, zoomede gehoorzaamheid aan de aangestelde hoofden. Weer andere groepen, doch nu van buiten den archipel afkom stig, n.l. in volgorde van belangrijkheid Arabieren, Chineezen en Europeanen vragen Uwe aandacht. Meer nog dan de evengenoemde groepen waren de gemakkelijke bestaansvoorwaarden en de rijk dommen des lands de oorzaak hunner vestiging. Voor de Arabieren was de weg al spoedig geëffend, toen zij bemerkten, welk een hoog aanzien alleen hun afkomst van het Land van 'den Profeet hen in de oogen der primitieve Mohame- daansche bevolking verschafte. In korten tijd wisten zij zich een vooraanstaande positie te verschaffen, niet alleen degenen, die door hun huwelijk met de voornaamste en rijkste vrouwen des lands daartoe vanzelf geraakten, doch ook de „totok paren. De den Arabieren eigen sluwe koopmansgeest en hun overwicht over de Moh. geestelijkheid werden ten volle gebruikt o.i. soms mis bruikt om tot dezen welstand te geraken. De Chineezen wisten schier zonder middel van bestaan beginnende door noeste vlijt, bij de meeste hunner gepaard met reëelen koopmanszin, zich een bestaan te verschaffen, het midden houdend tusschen dragelijk en weelderig. Het is een groepje dat betrekkelijk op zich zelf staat. Hun verhouding tot de overige bevolkingsgroepen wordt uitsluitend door handels belangen bepaald. De vestiging van Europeanen was o. m. een gevolg van het streven naar openlegging van gebieden. Daarbij werd de bevolking alleen als arbeidskracht gebezigd, indien haar arbeidszin en p y- sieke geschiktheid dit gebruik mogelijk maakten. Vaak toch wer den van buiten afkomstige arbeidskrachten voor die exploitatie aangewend. In beide gevallen eindigt het contact van deze Euro- 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 18