door nauwlettend gadeslaan van hetgeen om U heen gebeurt en
door tijdig ingrijpen onlusten worden voorkomen. Hier geldt a
fortiori „gouverner c' est prevoir".
Van ernstiger aard is echter de invloed van de politieke en
pol. godsdienstige stroomingen in Ned. Indië in het door U be
stuurde gebiedsdeel. Thans toch hebben vele vereenigingen hun
vertakkingen over den geheelen archipelkennis van de voor
naamste vereenigingen en hunne oogmerken reeds bij de aan
vaarding van het bestuur is dan ook een vereischte. De nuance
van den invloed zal U bij de practische bestuursuitoefening
blijken. Tenzij het ontwikkelingspeil der oerbevolking vrij hoog
staat en zij zich ontvankelijk toonde voor politieke invloeden, zal
slechts het vereenigingsleven tot uiting komen in die streken waar
van elders komende groepen zich vestigden. Het is zaak ze daar
gelocaliseerd te houden binnen toelaatbare grenzen. De onver
schilligheid van de oerbevolking slechts gedeeltelijk den Moh.
godsdienst belijdende, overigens Christenen of heidenen en in
sommige streken slechts met lichten dwang in kpg. verband te
houden vormt eene natuurlijke barrière tegen uitbreiding. Even
wel bedenke men, dat de pogingen tot werving van leden onder
de oerbevolking vaak gepaard gaan met vreesaanj aging en voor
spiegelingen van vrijdom van belastingen en heerendienst, mits
de contributie aan de vereeniging slechts wordt betaald. Voeg
hierbij het optreden van de pandoes (padvinders) d.z. in de
oogen van de primitieven de „soldaten" der vereeniging, dan zal
het duidelijk zijn, dat de natuurlijke barrière niet altijd sterk
genoeg is om uitbreiding te voorkomen. Bekendheid met de wijze
van optreden kan preventieve werking mogelijk maken, hetgeen
beter is dan repressief optreden, immers het harmonisch geheel
wordt er niet door verstoord.
De partijen streven er vaak naar de hoofden tot de hunnen te
maken. Goede hoofden begrijpen den gezagsondermijnenden in
vloed, welke daarvan het gevolg is, zij wijzen onmiddellijk dergelijke
pogingen, welke slechts ten doel hebben het geheele ressort onder
partij invloed te brengen van de hand. Zulks is niet het geval met
de slappe broeders en hen, die om bepaalde redenen op gespan
nen voet met den Vorst of (en) den Eur. bestuursambtenaar staan.
E.e.a. kan aanleiding geven tot het uitvaardigen van een verbod
tot het toetreden van hoofden als lid van politieke en politieke
godsdienstige vereenigingen.
De politieke penetratie in een gebied is niet te weren. „Het
recht van vereenigingen en vergadering" is immers mede op de
zelfbesturende gebieden van toepassing.
Een parate kennis van alle voorschriften en regelingen c.q.
beperkingen terzake, ook van die, welke eventueel door het Zelf
bestuur zijn getroffen, is onmisbaar, niet in minst om het U onder-
18