5. DE ORGANISATIE VAN ONZE REGIMENTEN
INFANTERIE
door
R. B. VAN DIJKEN,
Kapitein der Infanterie.
Nu allerwegen het besef levendig wordt, dat versterking van
ons leger urgent is, vraagt uiteraard ook de infanterie, het hoofd
bestanddeel van dat leger, volle aandacht. Er zal wel niemand
te vinden zijn, die de huidige organisatie van onze veldinfanterie
ideaal zou durven noemen. Het mag als bekend worden ver
ondersteld, hoe die organisatie ontstaan is uit de voor eenige jaren
bestaandeDe bezuiniging, noodgedwongen op de weermachtsuit
gaven toegepast, leidde ook tot een inkrimping van de infanterie
door toevoeging van een moderner bewapening werd getracht de
gevechtskracht van het overblijvende op te voeren. Hoe goed
men daarin gelet op de 'drukkende financieele omstandigheden
ook toenmaals moge zijn geslaagd, het zal duidelijk zijn, dat
een „reorganisatie in het mindere", welke bovendien nog in snel
tempo moest worden uitgevoerd, een niet in alle opzichten be
vredigend geheel heeft kunnen opleveren.
Deze reorganisatie, ontworpen in 1932, dus nu reeds bijna 5
jaren oud, is bovendien weer achterhaald door de ontwikkeling
van techniek en tactiek.
De ontwikkeling der gepantserde voertuigen, in het bijzonder
die der vechtwagens, doet verwachten, dat het optreden van deze
wapens in terreinen, waarin dit tot voor korten tijd uitgesloten
werd geacht, mogelijk zal zijnde behoefte aan pantserafweer-
wapens doet zich daardoor in steeds toenemende mate gevoelen,
terwijl eveneens het gebruik van al of niet gepantserde voertuigen
op rupsbanden binnen de infanterie onder de oogen kan worden
gezien ]jDaarnaast zal het wellicht mogelijk zijn, de motorisee
ring in het regiment infanterie af te ronden.
Tactisch is een steeds duidelijker streven te onderkennen, de
infanterie haar aanvalskracht, welke tegenover automatische
wapens gebleken is onvoldoende te zijn, terug te geven, niet alleen
b Het gebruik van, in afzonderlijke eenheden samen te vatten, vecht
wagens tot steun van de infanterie blijft in dit bestek buiten beschouwing.
37